wororknmnfr435h efbv kiv3nk4qgrlvfkhchn Flashcards
1
Q
appalled
A
geschokt
2
Q
anticipate
A
verwachten
3
Q
ensnare
A
verstrikken
4
Q
flaxseed
A
lijnzaad
5
Q
menace
A
dreiging
6
Q
seasoned
A
ervaren
7
Q
controversial
A
omstreden, controversieel
8
Q
derive from
A
ontlenen aan
9
Q
envoy
A
afgezant
10
Q
heir(ess)
A
erfgenaam
11
Q
inextricable
A
onlosmakkelijk
12
Q
legislator
A
wetgever
12
Q
additionally
A
bovendien
13
Q
adress
A
aanspreken
14
Q
adversity
A
tegenslag