Worksphops Flashcards
Sabinus
Heeft rond 40 na Chr. een stelselmatige beschrijving van het Romeinse recht gegeven, het ius civile.
Ulpianus
Schreef boeken met commentaar over het werk van Sabinus. Dit commentaar is overgenomen in de Digesten
koopovereenkomst volgens Ulpianus
Behandelt in dit stukje tekst dwaling, zonder andere wilsgebreken te noemen.
Hoe ziet dwaling eruit in het Romeinse recht
Dwaling heeft een zelfstandig karakter, wat ook nu nog te zien is (boek 6, andere wilsgebreken in boek 3)
Dwaling werd in het Romeinse recht dan ook eigenlijk alleen behandeld bij de koopovereenkomst omdat het daar ging om consensus
Verschil tussen consensus in het Romeinse recht en Nederlandse recht
Bij het romeinse recht was dwaling alleen van toepassing bij koopovereenkomsten omdat alleen daar consensus was.
In ons recht gaan alle overeenkomsten op basis van consensus, en is dwaling dus op alle overeenkomsten van toepassing. Niet alleen op koopovereenkomsten
Wanneer is er volgens Ulpianus geen sprake van dwaling?
Zolang er op hoofdlijnen consensus aangenomen kan worden
Waar richt de consensus zich op?
De consensus richt zich zogezegd niet op alle details van de overeenkomst, maar alleen op de ‘corpus’ (kern). Men moet dus consensus over de corpus hebben
Wat was de Corpus in het Romeinse recht dan?
Romeinse juristen waren het al niet eens wat precies tot de corpus behoorde en wat niet. Duidelijk is in ieder geval dat als men aan verschillende voorwerpen denkt, er geen geldige koopovereenkomst tot stand komt
Lastiger is het als men wel aan hetzelfde voorwerp denkt, maar een verschillende voorstelling heeft van een eigenschap van het voorwerp
Marcellus zijn visie over de Corpus
De Romeinse jurist Marcellus vond dat als men toch consensus had over het voorwerp, de koop geldig was. Dus als men een gouden beeldje aan iemand verkoopt, maar het in de praktijk een bronzen beeldje is, maakt dat niet uit, want er was consensus dat het een gouden beeldje was
Ulpianus over de Corpus
Ulpianus vond echter dat in zo’n geval iets anders verkocht dan gekocht was, aliud pro alio noemt men dat. Let wel, het moet echt om het ‘materiaal’ gaan (substantia), een verguld (met goud bedekt) beeldje is dus wel goed volgens Ulpianus.
Huidige situatie Substania
Tegenwoordig is substantia vertaald naar elke ‘wezenlijke eigenschap’ van het goed
Het huidige criterium Dwaling
Het huidige criterium is: als hij wist dat deze eigenschap anders was, dan had hij het goed niet gekocht.
De Hoge Raad heeft ook benadrukt dat wordt gelet op de bedoeling van de partijen.
Heeft de verkoper schuld aan de verkeerde voorstelling door de koper? Had hij deze verkeerde voorstelling weg moeten nemen? Maar ook: had de koper geen inlichtingen moeten treffen?
Is de Romeinse basis nog steeds te herkennen in het criterium dat ‘de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten’?
Ja, als dit het geval is, is er sprake van een dwalingsactie. Of dit ook echt dwaling oplevert, ligt dus ook aan het gedrag van de wederpartij (verkoper) (art. 6:228 lid 1 BW).
Wederzijdse dwaling
Wederzijdse dwaling is het geval als beide partijen dezelfde verkeerde voorstelling van zaken hadden (art. 6:228 lid 1 BW). In dat geval is de koopovereenkomst ook vernietigbaar, tenzij de verkoper ervan uit mocht gaan dat de koper de koop ook zou doen als hij wel een juiste voorstelling van zaken had gehad.
Wanneer was dwaling nietig volgens de Romeinen?
De Romeinen vonden dat de overeenkomst in geval van dwaling nietig moest zijn, omdat het corpus ontbrak. De Fransen namen dit later over in de Code civil, net als in ons oude Burgerlijk Wetboek