Woordstrategieën en woorden van vreemde herkomst Flashcards
1
Q
nieuw in taal en algemeen taalgebruik, combinatie van of aanvulling op bestaande woorden
A
neologisme
2
Q
Woorden met Nederlandse oorsprong
A
inheemse woorden
3
Q
leenwoorden (2)
A
- vreemde woorden (originele uitspraak en spelling)
- bastaard woorden (aangepast aan onze taal en spellingsregels)
4
Q
sukkelaar
A
stakker
5
Q
nadenken over iets nagatiefs
A
piekeren
6
Q
krant
A
gazet
7
Q
gemoedsgesteldheid
A
humeur
8
Q
jongeren kunnen switchen van tussentaal naar AN
A
age grading
9
Q
filmmaker
A
cineast
10
Q
mode ontwerper
A
couturier
11
Q
drinkfles
A
bidon
12
Q
kamerjas
A
peignoir
13
Q
corner
A
hoekschop
14
Q
impact
A
invloed
15
Q
uitsluiten
A
boycot