woordjes Flashcards
Zich gedragen
To behave
Gedrag
Behaviour
Gedrag
Conduct
Straffen
To punisch
Straf
Punishment
Onbeschoft
Rude
Rechtvaardigen
To justify
Rechtvaardiging
Justification
Toegeven
To admit
Gehoorzamen
To obey
Ongehoorzaam zijn
To disobey
(On)gehoorzaam
(Dis) obedient
(On)gehoorzaamheid
(Dis) obedience
Koppig
Obstinate/stubborn
Eerlijk/openhartig
Frank
Eerlijk/openhartig
Candid
(In) consequent
(In) consistent
Inconsequentheid
Inconsistency
Ijdel
Vais
Ijdelheid
Vanity
(On) eerlijk
(Dis) honest
Bedriegen
To deceive
Eerlijkheid
Honesty
Deugd
Virtue
Ondeugd
Vice
(On) trouw
(Dis) loyal
Lastigvallen
To harass
Intimidatie
Harassment
Gastvrij
Hospitable
Gastvrijheid
Hospitality
Verwaand
Conceited
Toewijding
Devotion
Wijden aan
To devote To
Advies
Advice
Advies
Counsel
Gemeen/slecht
Wicked
Uitschot
Scum
(On) verenigbaar
(In) compatible
Ertoe brengen
To induce
Brutaliteit
Cheek
Neerkijken op
To sneer at
Menigte
Mob
Preuts
Prudisch
Goed/zoals het hoort
Proper
Onjuist/onfatsoenlijk
Behaviour
Verleiden
To seduce
Verleidelijk
Seductive
Verwennen
To pamper
Zondeblok
Scapegoat
Stilzwijgend
Tacit
Behandelen
To treat
Mishandelen
To maltreat/To ill-treat
Trakteren (op)
To treat (To)
Verkondigen /preken
To preach
Onverschilligheid
Indifference
Onverschillig
Indifferent
Geneigd
Inclined
Geneigd
Liable/ apt/ prone
Beledigen
Ton insult/ To offend
Belediging
Insult/ offence
Beledigend
Offensive
Houding
Attitude
Star
Rigid
Pesten
To bully
Pestkop
Bully
De neiging hebben (om te )
To tend (To)
Neiging
Tendency
Vijandig
Hostille
Vijandigheid
Hostility
Aanpakken
To tackle/To address
Zachtaardig
Gentle
Vleien
To flatter
Zich verontschuldigen
To apologise
Excuus
Apology
Verontschuldigend
Apologetic
Goedkeuren
To approve of
Afkeuren
To dissapprove of
Goedkeuring
Approval
Afkeuring
Dissapproval
Vandaal
Hooligan
Vandalisme
Hooliganism
Brutaal
Impudent/ insolent
Brutaliteit
Impudence / insolence
Zich aanpassen (aan )
To conform (To)
Zich aanpassen (aan)
To adapt (To)
Richtlijn
Guideline
Aankunnen
To cope with
Maatregel
Measure
Omgaan met/aanpakken
To deal with/To handle
Lastig/ onhandelbaar
Unruly
Omdraaien
To reverse
Het omgekeerde
The reverse
Rolwisseling
Role reversal
Doen alsof
To pretend
Voorwendsel
Pretence
Streek/truc
Trick
Vrek/gierigaard
Miser
Gierig/gemeen
Mean
Gezag
Authority
Uitlokken
To provoke
Uitdagend
Provocative
Gevoel voor humor
Sense of humour
Ondeugend
Naughty
Storen
To intrude
Inbreuk
Intrusion
Indringer
Intruder
Gelijkend
Similar
Overeenkomst
Similarity
Gelden (voor)
To apply (To)
Rage
Craze
Beseffen
To realise
Gevolg
Consequence
Als gevolg/daarom
Consequently
Beleefd
Polite
Onbeleefd
Impolite
Het eens zijn met
To agree (with)
Het oneens zijn met
To disagree (with )
Overeenstemming
Agreement
Verschil van mening/onenigheid
Disagreement
Opzettelijk
Deliberately/On purpose
Ruziemaken
To quarrel / To argue
Ruzie
Quarrel/argument/row
Kwaad
Harm
Kwaad doen
To Harm
Schadelijk
Harmful
Onschadelijk
Harmless
Zaak
Affair
Waarschuwen
To warn
Waarschuwing
Warning
Besluiten / beslissen
To decide
Besluit/beslissing
Decision
Beslissend
Decisive
(On)geduld
(Im) patience
(On) geduldig
(Im) patient
Verslaafd (aan)
Addicted (To)
Verslaafde
Addict
Verslaving
Addiction
Verslavend
Addictive
Tv-verslaafde
Couch potato
Afkicken
To detox
Afkickcentrum
Detox centre / rehab centre
Gokverslaafde
Compulsive gambler
Koopziekte
Shopaholic/compulsive shopper
Openbaar vervoer
Public transport
Middel
Means
Vertrekken
To leave/To depart
Vertrek
Departure
Aankomst
Arrival
Perron
Platform
Wagon/rijtuig
Carriage
Vrij/onbezet
Vacant
Over tijd
Overdue
Eindstation
Terminus
Lading/vracht
Cargo
Taxi
Taxi/cab
Rij
Queue
In de rij staan
To queue
Verbinden
To connect/To link
Verbinding
Connection/link
Verband
Connection/link
Forens
Communter
Heen en weer reizen
To commute
Tarief (vervoer)
Fare
Ver/afgelegen
Distant