Woordjes Flashcards
1
Q
Acquisition
A
Verwerving, overname, aankoop
2
Q
Moderate
A
Matig
3
Q
Affordability
A
Betaalbaarheid
4
Q
Adjacent to
A
Aangrenzend
5
Q
Refurbishment
A
Renovatie
6
Q
Amenities
A
Voorziening
7
Q
To warrant
A
Rechtvaardigen
8
Q
Extensive
A
Uitgebreid
9
Q
Cost-Competitive
A
Kostenconcurrerend
10
Q
Comprehensive
A
Uitgebreid
11
Q
Landscaped
A
Aangelegd
12
Q
Approximate
A
Ongeveer
13
Q
Expansion
A
Uitbreiding
14
Q
Track record
A
Reputatie
15
Q
Vacant
A
Vrij
16
Q
Geared towards
A
Gericht op
17
Q
Referral-driven
A
Gestuurd door doorverwijzingen
18
Q
To drive market demand
A
De marktaanvraag aansturen
19
Q
Established
A
Gevestigd
20
Q
Subject to change
A
Aan verandering onderhevig
21
Q
Word-of-mouth
A
mond aan mond reclame
22
Q
To target
A
zich richten op
23
Q
To refer (a guest)
A
een gast doorverwijzen
24
Q
To rebate
A
Een korting
25
To utilize
Gebruiken
26
To afford
verschaffen, veroorloven
