Woordje Flashcards
1
Q
Kelder
A
La cave
2
Q
Zolder
A
Le grenier
3
Q
Woonkamer
A
La salle de séjour
4
Q
Eetkamer
A
La sallle à manger
5
Q
Zitkamer
A
Le salon
6
Q
Inkomhal
A
L’entrée
7
Q
Keuken
A
La cuisine
8
Q
Wc
A
Les toilettes
9
Q
Badkamer
A
La salle de bains
10
Q
Slaapkamer
A
La chambre
11
Q
Berging
A
La buanderie
12
Q
Burreau
A
Le bureau
13
Q
Garage
A
Le garage
14
Q
Tuin
A
Le jardin
15
Q
Een arrondissement
A
Un arrondissement
16
Q
Een kunst
A
Un art
17
Q
Een ambachtsman/vrouw
A
Un(e) artisan(e)
18
Q
Een atelier
A
Un atelier 
19
Q
Een sfeer
A
Une atmosphère
20
Q
Een troef
A
Un atout
21
Q
Een rugzak toerist
A
Un backpackeur
22
Q
Een wandeling
A
Une balade
23
Q
Een hoofdstad
A
Une capitale
24
Q
Een eigenschap
A
Une caractéristique
25
Een Cliché
Un chliché
26
Een Plaats 
Un endroit
27
Graffiti
Un graffiti
28
Chique kleding naar de nieuwste mode
La haute couture
29
Een beeld 
Une image
30
Een transportmiddel
Un moyen de transport
31
Een verblijf
Un séjour
32
Een bezoek
Une visite
33
Een bezoeker
Un visiteur
34
Een rondvaart boot
Un bateau-mouche
35
Een kathedraal
Une cathédrale
36
Een markt
Un marché
37
Een picknick
Un piquenique
38
Een plein
Une place
39
Een programma
Un programme
40
Een ticket
Un ticket
41
Een toren
Une tour
42
Logeren
Loger
43
Stappen
Marcher
44
Een uitzicht
Une vue
45
Artistiek
Artistique
46
Ongewoon
Atypique
47
Avontuurlijk
Aventureux 
48
Beroemd
Célèbre
49
Charmant
Charmant
50
Klassiek
Classique
51
Creatief
 créatif
52
Gegidst
Guidé
53
Publiek
Public
54
Romantisch
Romantique
55
School
Scolaire
56
Stads
Urbain
57
Bewonderen
Admirer
58
Ontdekken
Découvrir
59
Zich interesseren in
S’interesser à
60
Organiseren
Organiser
61
Plannen
Planifier
62
Voorstellen
Proposer
63
Wandelen
Se promener
64
Zin hebben om te
Avoir envie de
65
We zouden kunnen
On pourrait
66
Ik zou willen
Je voudrais
67
Ik zou graag
J’aimerais
68
Eerst
D’abord
69
Daarna
Après
70
Vervolgens
Ensuite
71
Uiteindelijk
Enfin
