woordenschatjes Flashcards
Puer
Pueri, de jongen
Divitiae
divitiarum, de rijkdom
Castre
Castrorum, het kamp
iratus
+ dat, - a, -um, woedend op
locus
loci, de plaats, de gelegenheid
inimicus
, - a, - um, vijandig
aequus
-a, -um, gelijk, eerlijk
clamor
clamoris, m, het groep
labor
laboris, m, het werk, het leed
terror
terroris, m, de paniek
victor
victoris, m, de overwinnaar
damnatio
damnationis, v, de veroordeling
tempus
temporis, o, de tijd, het moment
sapiens
-, -, sapientis, wijs, verstandig
gravis
-, grave, gravis, zwaar, ernstig
tristis
-, triste, tristis, droevig, onvriendelijk
aditus
aditus, de toegang
casus
casus, de val, het voorval, het toeval
conspectus
conspectus, het zicht
motus
motus, de beweging, de onrust
hic, haec, hoc
aanwijzend vnw, deze, dit
idem, eadem, idem
aanwijzend vnw, dezelfde, hetzelfde
ad + acc
voorzetsel, naar, tot, bij
in + acc
voorzetsel, naar, tegen