Woordenschat Flashcards

1
Q

Het collectieve geheugen

A

Verzameling herinneringen die een groep van mensen gezamenlijk hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Speculeren

A

Handelen met winst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het episodische geheugen

A

Geheugen met persoonlijke gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De riedel

A

Melodie, deuntje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Performant

A

Goed presenterend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De interfentie

A

Storing, samen of tegen werking van twee zaken op dezelfde tijd en plaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De assiosatie

A

Gedachten met elkaar in verband brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De kwinkslag

A

Grappige opmerking/ humoristische uitspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Intact

A

Zonder scheuren, helemaal in orden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doodgemoedereerd

A

Heel rustig/ ijzig kalm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Baten

A

Helpen/ winst opleveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pover

A

Arm, moedig , triest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De fiscus

A

Belastings amptenaar/ het hele belastingsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De successie rechten

A

Belasting die je moet betalen op een erfenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het verdict

A

(Juridisch) eindoordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het bataljon

A

Groep militairen/ legereenheid

17
Q

Het filharmonisch orkest

A

Groot orkest

18
Q

Het kandelader

A

Grote kandelaar

19
Q

Argwanend

A

Wantrouwig

20
Q

Stante pede

A

Onmiddellijk / direct

21
Q

Triomfantelijk

22
Q

Het knelpunt

A

Moeilijkheid

23
Q

Het voortgezet onderwijs

A

Secundair onderwijs

24
Q

Monitoren

A

Controleren / toezicht houden

25
Q

OESO

A

Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling-> samenwerkingsverband van 38 landen om sociaal en economisch beleid te beperken te bestuderen en te coördineren

26
Q

Cliffhanger

A

Open einde dat lezer zelf kan invullen