woordenlijst p.23 Flashcards
1
Q
numerus
A
numeri m
het getal; het aantal
2
Q
oculus
A
oculi m
het oog
3
Q
umbra
A
umbrae v
de schaduw; de schim
4
Q
fatum
A
fati o
het lot
5
Q
somnium
A
somnii o
de droom
6
Q
aequus
A
-a, -um
gelijk; eerlijk
7
Q
alienus
A
-a, -um
van een ander; vreemd
8
Q
paratus
A
-a, -um
bereid
9
Q
patrius
A
-a, -um
vaderlijk; voorvaderlijk
10
Q
comes
A
comitis m
de kameraad
11
Q
conciux
A
coniugis, m/v
de echtgenoot; de echtgenote
12
Q
salus
A
salutis, v
het welzijn; de redding
13
Q
facilis
A
-is -e -is
gemakkelijk
14
Q
delere
A
-eo delevi, deletum
vernielen
15
Q
deserere
A
-o deserui, desertum
verlaten