Woordenlijst Flashcards

1
Q

Hyperbool

A

Overdrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Understatement

A

Afzwakking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Litotes

A

het tegenovergestelde ontkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eufemisme

A

Verzachting van een uitspraak, om iets minder hard over te laten komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zeggingskracht

A

Overtuigende, sterke manier van uitdrukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Volstrekt

A

Helemaal, totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Urgent

A

Dringend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Traceren

A

Nagaan; naspeuren; nasporen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Manipulatie

A

Beïnvloeding; stiekeme poging tot verandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De publieke opinie

A

Mening van meerderheid van het volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Totatilair

A

Dictatoriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dystopisch

A

Met een zeer somber, negatief beeld (over de toekomst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Paradox

A

(Schijnbare) Tegenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behoren te

A

Moeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Propaganda

A

Reclame maken voor eigen ideologie; kwalijke poging aanhangers te winnen voor bepaalde begrippen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gradaties

A

Verloop in fasen; bijvoorbeeld van goed naar slecht.

17
Q

Nuancering

A

Iets minder zwart en wit voorstellen; iets minder erg of scherp laten lijken.

18
Q

Genocide

A

Volkerenmoord