Woordenlijst 169-179 Flashcards
1
Q
Optimus
A
Optima,Optimum
- Zeer Goed
- Beste
2
Q
Timere
A
Timeo
1. Vrezen, Bang zijn voor
3
Q
Quare?
A
Waarom?
4
Q
Cur?
A
Waarom?
5
Q
Itaque
A
Dus
6
Q
Tam
A
Zo
7
Q
Quis?
A
Wie?
8
Q
Quia
A
Omdat
9
Q
Si
A
Als
10
Q
Quoniam
A
Aangezien
11
Q
Maxime
A
- Zeer
2. Het meest
12
Q
Minime
A
Helemaal niet, allerminst