woordenlijst Flashcards
het leeuwendeel
het grootste deel
de subjectiviteit
vanuit persoonlijk oogpunt
beoordeeld of gezien, beïnvloed
door eigen meningen en/of
ervaringen
stug
weinig meegevend, weerbarstig
opwellen
omhoogkomen, opkomen
het lemmet
het scherpe deel van een mes of zwaard
het specimen
staal, proef, voorbeeld
het eufemisme
woord of uitdrukking waarmee je
iets onaangenaams op een minder
harde manier zegt
de transpiratie
zweten
de flatulentie
opgeblazenheid, een gasophoping
in de darmen, winderigheid
de faam
(gunstige) reputatie, roem, naam
repliceren
een antwoord op iets geven bij
wijze van verweer; ergens iets
tegen inbrengen
solidair
saamhorig, eensgezind, trouw
blijvend aan elkaar
welig
heel overvloedig
hemeltergend
niet te verdragen
inherent
van nature innig verbonden met,
noodzakelijk eigen aan,
samengaand