Woorden Unit 4 Flashcards

1
Q

Air pollution

A

Luchtverontreiniging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Amid

A

Te middelen van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Archipelago

A

Archipel (ketting van eilanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Composition

A

Samenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Continental shelf

A

Onderzeese rand van een werelddeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

To deposit

A

Afzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Disruption

A

Ontwrichtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dormant

A

Slapend; inactief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eruption

A

Uitbarsting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Extraction

A

Het onttrekken; winning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fateful

A

Noodlottig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fault line

A

Breuklijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geothermal energy

A

Aardwarmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gyre

A

Kolk(stroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lesser

A

Klein; minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Municipality

A

Gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

To project

A

Schatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Renewable

A

Hernieuwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Return

A

Winst; rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ripple

A

Golf; rimpel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Soil erosion

A

Bodemerosie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

To submerge

A

(Laten) doorlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Tectonic plate

A

Aardplaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Tremor

A

Trilling; aardschok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Volatile
Licht ontvlambaar
26
(Aan) trekken
To attract
27
Aardbeving
Earthquake
28
Berg
Peak
29
Bewoond
Inhabited
30
Bron
Well
31
Dakloos
Homeless
32
Enorm; uitgestrekt
Vast
33
Gedurende
Throughout
34
Geologie
Geology
35
Haven
Harbour
36
Kern
Core
37
Korrel
Grain
38
Kust; oever
Shore
39
Mijnbouw
Mining
40
Opwekken
To generate
41
Richel
Ridge
42
Schelp
Shell
43
Steil
Steep
44
Strijd
Struggle
45
Toename
Increase
46
Verwoesting
Destruction
47
Voordeel hebben bij
Te benefit from
48
Vraag en aanbod
Supply and demand
49
Zeer belangrijk
Key
50
Zich herstellen
To recover
51
Abundance
Overvloed
52
Accuracy
Nauwkeurigheid
53
To appreciate
Waarderen
54
Aquatic
Water-
55
Coastal
Kust-
56
Conch
Zeeschelp
57
Curiosity
Nieuwsgierigheid
58
Debris
Pronkstukken; puin
59
To equalize
Klaren
60
Estuary
Riviermond
61
Habitat
(Natuurlijke) leefomgeving
62
To handle
Aanraken; hanteren
63
To hesitate
Aarzelen
64
Inclement
Guur; stormachtig
65
Kelp
Zeewier
66
Lagoon
Lagune(ondiep meer, soms verbonden met zee)
67
Oxygen tank
Zuurstoffles
68
Pristine
Ongerept
69
Ray
Rog
70
Razor-sharp
Messcherp
71
Scuba diving
Duiken (met zuurstofflessen)
72
Sea urchin
Zee-egel
73
Spine
Stekel
74
Submarine
Onderzees
75
Surge
(Hoge golf)
76
Belangrijk
Significant
77
Diersoort; plantensoort
Species
78
Druk
Pressure
79
Duikbril
Mask
80
Eb
Low tide
81
Excursie
Field trip
82
Getij
Tide
83
Koraal
Coral
84
Krokodil
Crocodile
85
Kwetsbaar
Delicate
86
Landschildpad
Tortoise
87
Ledemaat (arm of been)
Limb
88
Ondiep
Shallow
89
Rif
Reef
90
Spatten
To splash
91
Snorkelen
Snorkelling
92
Stroming
Current
93
Talrijk
Numerous
94
Vin
Fin
95
Vloed
High tide
96
Willekeurig
Random
97
Zee-
Marine
98
Zee-
Marine
99
Zeeschildpad
Turtle
100
Zeester
Starfish
101
Zwembril
Goggles
102
To attribute (something) to
(Iets) toeschrijven aan
103
To be enchanted
Betoverd zijn
104
To be mistaken for
Worden aangezien voor
105
Cargo
Lading
106
Charm
Geluksamulet
107
Down-to-earth
Nuchter
108
Fanciful
Denkbeeldig; fantasierijk
109
Gullible
Lichtgelovig
110
Imaginary
Ingebeeld
111
Make-believe
Verzinsel
112
Momentarily
Kortstondig
113
Multiple
Meerdere
114
Origin
Oorsprong
115
Precious
Kostbaar
116
To recover
Terugvinden; terughalen
117
To salvage
Bergen
118
To signify
Betekenen
119
Spirit
Geest
120
Doen alsof
To pretend
121
Draak
Dragon
122
Elfje
Fairy
123
Fantaseren
To fantasise
124
Fenomeen; verschijnsel
Phenomenon
125
Fonkelend
Sparkling
126
Gerucht
Rumour
127
Illusie
Illusion
128
Legende
Legend
129
Levendig
Vivid
130
Magisch
Magical
131
Ongelooflijk
Incredible; unbelievable
132
Onzichtbaar
Invisible
133
Piraat
Pirate
134
Schat
Treasure
135
(Scheeps)wrak
(Ship) werk
136
Verrukt; opgetogen
Delighted
137
Verstoord worden
To be disturbed
138
Vreemd
Weird
139
Zich voordoen
To occur