Woorden (mythologie) Flashcards

1
Q

Een zwakke plek

A

Een achilleshiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Knappe man

A

Een Adonis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eten dat libido doet stijgen

A

Een afrodisiacum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

focused kijken

A

Argusogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Middel uit moeilijkheden

A

De draad van Ariadne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Boek met kaarten

A

Een atlas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vieze plek

A

Augiasstal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Drinkpartij

A

Een bacchanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drinken

A

Aan Bacchus offeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Slechte voorspelling

A

Cassandra voorspelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Doelloos eeuwig werk

A

Het vat der Danaiden vullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Echo

A

Herhaalt geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Elektracomplex

A

Dochter verliefd op vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Erotiek / erotisch

A

Seksuele spanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Furie

A

Boosheid (/boze vrouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Furieus

A

Heelboos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gigantish

A

Heel groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hybris

A

Zelfzeker

19
Q

Herculesarbeid

A

Groot arbeid

20
Q

Een homerisch gelach

A

Bulderend luid gelach

21
Q

Veelkoppige hydra

A

Probleem dat terugkomt ondanks te helpen

22
Q

In de armen van Morpheus liggen

A

Goed slapen

23
Q

Narcisme, narcisme

A

Overtuiging van beterheid

24
Q

Narcist

A

Iemand die zich beter voelt dan anderen

25
Q

Een nestor

A

Oudste (van een groep)

26
Q

Nimf

A

Een mooi meisje

27
Q

Een nymfomane

A

Een vrouw met een abnormaal sterk libido

28
Q

Een Odyssee

A

Een l(ange) rijs

29
Q

Oedipuscomplex

A

Verliefd op moeder/ sterke band met moeder

30
Q

Een orakel

A

Een voorspeller

31
Q

paard van Troje binnenhalen

A

Eigen ongeluk veroorzaken

32
Q

De doos van Pandora openen

A

Bron van problemen

33
Q

Paniek

A

Angst

34
Q

Een panische angst

A

Grote angst (met paniek)

35
Q

Parisappel

A

Rede voor ruzie

36
Q

Op het procrustesbed leggen

A

In een onmachtige positie dwingen

37
Q

Een sfinx

A

E: mannen hoofd + leeuwen lichaam

G:Vrouwen kop + adelaar lichaam

38
Q

Sisyfusarbeid

A

Zwaar nutteloos werk

39
Q

Stentorstem

A

Zware en doordringende stem

40
Q

Titanenwerk

A

Zwaar-/ grootwerk

41
Q

Twistappel

A

Aanleiding voor ruzie / rede voor ruzie

42
Q

Venerische ziekte

A

Soa

43
Q

Venusheuvel

A

Lichaamsdeel ter hoogte van het schaambeen