woorden met betekenis 2 Flashcards

1
Q

enerzijds

A

van de ene kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anderzijds

A

van de andere kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

knelpunt

A

het punt waar de moeilijkheden zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tegenstrijdig

A

niet kloppend, het kan niet samengaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beslist

A

zeer zeker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

standpunt

A

hoe je over iets denkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

feit

A

de gebeurtenis die echt gebeurd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kritiek

A

de opmerkingen die je ergens bij hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitspraak

A

de mening die je uitspreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bevestigen

A

ja op iets zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly