Woorden 2 Flashcards
1
Q
2.5 cm
A
Inch
2
Q
Aanbevelen
A
Recommend
3
Q
Aardappelpuree
A
Mashed potatoes
4
Q
Allergieën
A
Allergies
5
Q
Bestek
A
Cutlery
6
Q
Bestelling
A
Order
7
Q
Bord
A
Plate
8
Q
Boven
A
Above
9
Q
Broodmesje
A
Bread knife
10
Q
Citroen
A
Lemon
11
Q
Dessertslepel
A
Dessert spoon
12
Q
Erwtjes
A
Peas
13
Q
Garnaal
A
Shrimp
14
Q
Gehakt
A
Meat
15
Q
Geplaatst
A
Positioned
16
Q
Gerecht
A
Dish
17
Q
Groente
A
Vegetables
18
Q
Hartig
A
Savoury
19
Q
Heerlijk
A
Delicious
20
Q
Hoofdgerecht
A
Main course
21
Q
Karaf
A
Carafe
22
Q
Kop en schotel
A
Cup and saucer
23
Q
Kraanwater
A
Tap water
24
Q
Krokant
A
Crunchy
25
Naamkaartje
Place card
26
Onderbord
Service plate
27
Passen bij
Pair with
28
Plat water
Still water
29
Prei
Leek
30
Roosteren
Toast
31
Schelvis
Haddock
32
Schenken
Pour
33
Servet
Napkin
34
Slak
Snail
35
Smakelijk
Tasty
36
Smelten
Melt
37
Soeplepel
Soup spoon
38
Tevredenheid
Satisfaction
39
Theelepel
Teaspoon
40
Volgorde
Order
41
Volle rode wijn
Fat red wine
42
Voorgerechten
Starter
43
Water met koolzuur
Sparkling water
44
Weekdieren
Molluscs
45
Wijnglas
Wine glass
46
Worstjes
Sausages
