Wiskunde trim 1 Flashcards
Turven
is tellen met streepjes die je per vijf groepeert.
Een talstelsel
is een wiskundige manier om getallen voor te stellen.
10 is
de basis van het talstelsel.
Een natuurlijk getal
is een getal dat je gebruikt bij het tellen van aantallen.
Een positief getal
is een getal groter dan of gelijk aan 0.
Een negatief getal
is een getal kleiner dan of gelijk aan 0.
Het minteken of het plusteken voor het getal
noem je de toestandsteken.
0 is zowel
een positief als een negatief getal.
0, 1,–1 ,2,–2, 3,–3,
zijn de gehele getallen.
Een rationaal getal
is het quotiënt van twee gehele getallen waarvan de deler niet 0 is.
Vereenvoudigen betekent
dat je de teller en noemer door eenzelfde getal (verschillend van 0) deelt.
Een basisbreuk is
een breuk die je niet meer kunt vereenvoudigen.
Een decimaal getal is
een getal dat bestaat uit een geheel gedeelte en een decimaal gedeelte.
Een procent is
een honderdste deel en wordt aangeduid door het teken %.
De schaal is
de verhouding tussen de getekende lengte en de werkelijke lengte.
Een kans is
een getal dat aangeeft hoeveel gewenste mogelijkheden er zijn uit een totaal aantal mogelijkheden.
a ∈ A lees je als:
a is een element van de verzameling A als a tot de verzameling A behoort.
b ∉ A lees je als:
b is geen element van de verzameling A Als b niet tot de verzameling A Behoort.
N lees je als
de verzameling van alle natuurlijke getallen.
Z lees je als
de verzameling van alle gehele getallen.
Q lees je als
de verzameling van alle rationale getallen.
N 0=
de verzameling van alle natuurlijke getallen behalve 0.
Z 0 =
de verzameling van alle gehele getallen behalve 0.
Q 0 =
de verzameling van alle rationale getallen behalve 0.
2N =
de verzameling van alle even natuurlijke getallen.
2N+1 =
de verzameling van alle oneven natuurlijke getallen.
7N =
de verzameling van alle natuurlijke zevenvouden.
del 12 =
De verzameling van alle natuurlijke delers van 12.
A ⊂ B lees je als:
de verzameling A is een deelverzameling van de verzameling B.
A ⊄ C lees je als:
de verzameling A is geen deelverzameling van de verzameling C.
De doorsnede van twee verzamelingen A en B
is de verzameling van alle elementen die tot A en tot B behoren.
De unie van twee verzamelingen A en B
is de verzameling van alle elementen die tot A of tot B behoren.