wiskunde module 14 ( def van de driehoeken ) Flashcards
1
Q
ongelijkbenige driehoek
A
een ongelijkbenige driehoek is een driehoek waarvan alle zijden een verschillend lengte hebben
2
Q
gelijkbenige driehoek
A
een gelijkbenige driehoek is een driehoek waarvan minstens twee zijden even lang zijn
3
Q
gelijkzijdige driehoek
A
een gelijkzijdige driehoek is een driehoek waarvan alle zijden even lang zijn
4
Q
scherphoekige driehoek
A
een scherphoekige driehoek is een driehoek waarvan alle hoeken scherp zijn
5
Q
stomphoekige driehoek
A
een stomphoekige driehoek is een driehoek met één stompe hoek
6
Q
rechthoekige driehoek
A
een rechthoekige driehoek is een driehoek met één rechte hoek