Wiskunde Flashcards

0
Q

Wat is concreet materiaal?

A

Materiaal dat handelignen onderstuent. Deze zijn reeel levensecht en voorstelbaar bv. Rekenrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Welle fase zitten leerlingen van basisschool?

A

Concreet opertionele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie abstractieniveau?

A

Model ondersteunend
Forme de som
Context of concreet betekenisverlenend afbeelding ter onderstuening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is modelcontext?

A

Context is zo nbijzonder of specifiek dat deze de modelfunctie kan vervullen. Dit houdt in dat de betekenisverlening zo sterk wordt ondersteund dior de context dat een model niet nodig is om afstand naar het formele berekenen te onderstuenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de dimensies van gevijferdheid?

A

Getallen bewerkjngen en toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is horizontaal mathematiseren?

A

Omzetten van contextopgaven in een som en andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van erbij en eraf naar plus en min heet?

A

Formalisereing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dubbelen?

A

Werken met tweelingen en lossen zet je er achter. 8+6= 8= 5-3 6=5-1 5+5=10 3+1= 4 10+4=14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke modellen ondersteunen dubbelen?

A

Groepsjes en lijnmod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is groepjesmodel?

A

Vijven en (bijna) dubbelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is lijnmod?

A

Blikt vooruit naar de getallenlijn en het rijgend op tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De manier waarop een som wordt aangeboden heet de?

A

Versxhijningsvorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is telgetal?

A

Getallen dienje nodif hebt km op resultaat te kmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hoeveelheidsgetal?

A

Het rusultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rijgstrategie?

A

1e getal heel 2e getal sllitsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Splitsstrategie

A

Eenheden tientalleb

16
Q

Welke drie variastrategien heb je?

A

Buursom aanvullen en compenseren

17
Q

Wat is aanvullen?

A

Verschil bepalen

18
Q

De waarde van getal is?

A

Eigenschap van het getal

19
Q

Eigenschal bewerkjng is?

A

Volgordenaarin je eenbgetal optelt

20
Q

Wat is modelcontext?

A

Contexten die ervoor zorgen dat de aanpak van het aftrekken met ee rond getal begrijpelijk en te onthouden is. Tribune, weegschaal en leeftijdscontext

21
Q

Welke interactie is er?

A

Hor verti en simultane

22
Q

Opdelen?

A

Hoeveel groepjes heb je

23
Q

Verdelen

A

Hoe groot worden de groepjes

24
Q

Omgekeerd vermenigvuldigen

A

Deel som wordt keer som

25
Q

Fasen rekenrek

A

Rekenen met rek
Rej voor bord
Rek voor bord kralen afgrdekt

26
Q

Gebruik maken van vele contexten materialeb modellen om rekenen zo concreet mogelijk te makeb en begriplen te ondersteunen is?

A

Abstraheren

27
Q

Sprongen getallen

A

Hup sporng reuzensport

28
Q

Wat is lokaliseren?

A

Dat kinderen de plaatsvan getallen tn opzichte van elkaar kunnen bepalen

29
Q

Wat is de mentale getallenrij?

A

Voorstelling van getallenrij

30
Q

Wat zijn de variastrategien

A

Buursom compenseren hoofdcijferen en combinatie ervan

31
Q

Commucatieve eigenschap

A

Verwisseigebschap alleen plus keer 6+3 = 3+6

32
Q

Associatieve eigenschap

A

5 3 1 is 3 1 5

33
Q

Distibutieve eigenschap

A

Som met haakjes kan ook zonder haakjes

34
Q

Inverse relatie

A

Plus min horne bij elkaar ongedaan te maken

35
Q

Reconstructie didactiek

A

1 introductie en begripsvorming
2 reconstructie
3 reproductie
4 consolideren en toepassen