Wettelijke kaders Flashcards

1
Q

Wat is een legitimatiebewijs

A

Een bewijs dat aantoont wat je doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een identiteitsbewijs

A

Een bewijs wat aantoont wie je bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bouwkundige hulpmiddelen

A
  • mojo barriers
  • bouwhek
  • dranghek
  • afzetlint
  • pylonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Communicatieve hulpmiddelen

A
  • portofoon
  • megafoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toegang hulpmiddelen

A
  • scan
  • röntgen
  • detectiepoorten
  • handdetector
  • scanner toegangsbewijzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Administratieve hulpmiddelen

A

Instructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Accreditatie hulpmiddelen

A
  • polsbandje
  • passen, AAA
  • passheets
  • entree bewijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Overige hulpmiddelen

A
  • tourniquet
  • CCTV
  • drones
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Visitatie

A

Het inkijken van bezitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Visitatie betekenis

A
  • instellen onderzoek meegevoerde bagage
  • preventie maatregel
  • basis van veiligheid
  • toegepast op bezoekers
  • van tevoren aangegeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Privaatrechtelijk fouilleren

A

Fouilleren van personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Privaatrechtelijk fouilleren betekenis

A
  • oppervlakkig aftasten van kleding
  • op vrijwillige basis
  • van tevoren bekend
  • mensen en goederen
  • met toestemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Weigering event

A
  • te vol
  • te jong
  • te onder invloed
  • weigering fouilleren
  • niet de juiste kleding
  • bezit van wapens, drugs etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ongewenste goederen

A
  • bij wet niet verboden
  • staat in de huisregels van het event
  • kan eventueel in bewaring worden genomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wettelijk verboden goederen

A
  • wapens en munitie
  • betrekking tot opiumwet
  • vals ID
  • kleine hoeveelheid drugs, komt in drugskluis en wordt vernietigd
  • grote hoeveelheid drugs, vrijwillig afgestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verdachte

A

Een persoon die wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Begripvolle vervolging

A

Het moment wanneer het OM een onderzoek of beslissing van de rechter vraagt, de rechter betrekt of een strafbeschikking uitvaardigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Strafbeschikking

A

Is een voorstel van de officier van justitie om de strafzaak niet voor de rechter te brengen door bijvoorbeeld het betalen van een boete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Voor een vervolging wordt aangevangen kan er sprake zijn van een verdachte, met sprake van:

A
  • feiten of omstandigheden
  • redelijk vermoeden van schuld
  • strafbaar feit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Feiten en omstandigheden

A

Feiten zijn vaststaande gegevens, omstandigheden niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Redelijk vermoeden

A

Wanneer iedereen, waaraan het is voorgelegd, zal zeggen dat de feiten of omstandigheden erop duiden dat de persoon een strafbaar feit heeft ondergaan

22
Q

Ernstige bezwaren

A

Wanneer er meer feiten of omstandigheden zijn dan bij een redelijk vermoeden, je weet het bijna zeker

23
Q

Je mag iemand zijn lichaam en kleding onderzoeken (alleen opsporingsambtenaren)

A

Bij een ernstig bezwaar

24
Q

Ontdekking op heterdaad

A

Op het moment dat iemand betrapt wordt of kort erna (met alle zintuiglijke waarnemingen)

25
Heterdaad opsporing
Kan alleen heterdaad blijven als de opsporing onafgebroken wordt voortgezet
26
Als beveiliger aanhouden
Mag alleen op heterdaad en moet onverwijld overgeleverd worden
27
Algemene opsporingsambtenaar
Opsporingsambtenaar die de bevoegdheid heeft om alle strafbare feiten op te sporen (zoals politie)
28
Buitengewone opsporingsambtenaar
Opsporingsambtenaar die alleen bevoegd is de strafbare feiten op de sporen die ze zijn opgelegd (zoals BOA’s, treinconducteur etc)
29
Officier van justitie
Hoogste opsporingsambtenaar
30
Dwangmiddelen
Middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt tegen de wil van de verdachte
31
Dwangmiddelen bevoegdheden
- staande houden - identificatie fouillering - aanhouden - onderzoek lichaam en kleding - in beslag nemen Enkel door algemene opsporingsambtenaren
32
Staande houden
Verdachte een korte tijd ophouden om zijn identiteit vast te stellen - naam - voornamen - geboorte plaats en datum - adres en woon of verblijfplaats
33
Wanneer de verdachte weigert persoonsgegevens op te geven…
Mag de opsporingsambtenaar een geldig ID vorderen
34
Wanneer identificatie fouillering
Als de verdachte weigert om persoonsgegevens of ID te laten zien mag de opsporingsambtenaar een identificatie fouillering toepassen
35
Identificatie fouillering
Een onderzoek aan en in kleding van een verdachte en aan/in voorwerpen die deze verdachte bij zich draagt of meevoert
36
Na identificatie fouillering nog steeds geen identiteit
Dan komt aanhouding (dit mag ook de buitengewone opsporingsambtenaar doen)
37
Arresteren op heterdaad mag:
Iedereen die de verdachte van een strafbaar feit op heterdaad betrapt
38
Een aanhouding op heterdaad is
Onherroepelijk
39
Onverwijld
Direct, onmiddellijk
40
Ten spoedigste
Zo snel mogelijk
41
In beslag nemen
Zonder toestemming of bezwaar innemen of in bezit nemen
42
In bewaring nemen
Met toestemming of zonder bezwaar momenteel bij zich houden
43
Een beveiliger mag een voorwerp
In beslag nemen
44
Een opsporingsambtenaar mag een voorwerp
In beslag nemen
45
In hechtenis
Buiten heterdaad aanhouden wanneer er gevangenis straf van vier jaar of langer op staat, alleen ene opsporingsambtenaar
46
Voorgeleiding
Een verdachte moet na aanhouding voorgelegd worden aan de (hulp) officier van justitie
47
Tijdens de voorgeleiding heeft de officier van justitie de plicht op:
Hoor (opsporingsambtenaar) en wederverhoor (verdachte)
48
Onderzoeken in het lichaam worden opgelegd door de officier van justitie en moet worden uitgevoerd door:
Een arts
49
In beslagbaar vatbaar wanneer:
- de waarheid aan de dag kunt brengen - het wederrechtelijk verkregen voordeel kunnen aantonen - verbeurd verklaard kunnen worden - kunnen worden onttrokken aan het (rechts) verkeer
50
Bij het in beslag nemen van goederen moet dit:
Zichtbaar zijn