Wetgeving Flashcards

1
Q

Wie zijn bevoegde personen?

A
  1. Officieren van Justitie
  2. Politieagenten
  3. Militairen van de koninklijke Marechaussee
  4. Ambtenaren van Dienstwegverkeer en verkeersinspecties
  5. Ambtenaren van Rijks- en Provinciale waterstand
  6. Opsporingsambtenaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kapstokartikel

A

Artikel 5 van de Wegenverkeerswet verbiedt je om hinder of gevaar te veroorzaken in het verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Invordering rijbewijs

A

Verbod om motorvoertuigen te besturen totdat rijbewijs terug is
1. Beginnende bestuurder: 0.8 promille
2. Ervaren bestuurder: 1.3 promille
3. Geen meewerking bij blaas- of speekseltest.
-> Rijbewijs naar Officier van Justitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontzegging van de rijbevoegdheid

A

Verbod tot het besturen van motorrijtuigen (mag nog wel fietsen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer innemen rijbewijs?

A
  1. Maximumsnelheid met 50 km/u overschrijden
  2. Hinder of gevaar veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de grenswaarde van alcohol, drugs of medicatie bij een beginnend berstuurder?

A

Max. 0.2 promille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de grenswaarde van alcohol, drugs of medicatie bij een ervaren bestuurder?

A

Max. 0.5 promille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rijverbod

A

Verbod tot het besturen van voertuigen
1. Kan al plaats vinden voordat je de auto instapt
2. Duurt enkele uren en max. 24 uur
3. Niet toegestaan te fietsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer wordt er een melding gestuurd naar het CBR?

A
  1. Beginnend bestuurder: 0.5 promille
  2. Ervaren bestuurder: 0.8 promille
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

LEMA (Licht Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer)

A
  1. Beginnende Bestuurder: 0.5-0.8 promillage
  2. Ervaren bestuurder: 0.8-1.0 promillage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

EMA (Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer)

A
  1. Hogere promillage dan bij LEMA
  2. Tweede keer gepakt voor rijden onder invloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EMD (Educatieve Maatregel Drugs en verkeer)

A

Drugsgebruik in het verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

LEMG (Licht Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer)

A
  1. 50 t/m 59 km/u sneller dan toegestaan
  2. Vanaf 30 km/u bij wegwerkzaamheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie doet de typegoedkeuring voor voertuigen?

A

De Dienst Wegverkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat staat er op de kentekencard?

A
  1. Gegevens van voertuig (merk en type)
  2. Massa rijklaar
  3. Technische motorgegevens
  4. Aantal zitplaatsen
  5. Gegevens eigenaar

GEEN: APK of verzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beginletter kentekenplaat: D of F

A

Brom- en snorfietsen

17
Q

Beginletter kentekenplaat: W

A

Aanhangwagens zwaarder dan 750 kg

18
Q

Beginletter kentekenplaat: O

A

Opleggers

19
Q

Beginletter kentekenplaat: V

A

Lichte bedrijfsauto’s

20
Q

Beginletter kentekenplaat: B

A

Zware bedrijfsauto’s

21
Q

Beginletter kentekenplaat: M

A

Motorfiets

22
Q

Beginletters kentekenplaat: GV

A

Grensverkeer

23
Q

Beginletter kentekenplaat: T

A

Snelle landbouwvoertuigen

24
Q

Beginletter kentekenplaat: L

A

Aanhangwagens getrokken door snelle landbouwvoertuigen

25
Q

APK Periode benzine

A

4 - 2 - 2 - jaarlijks

26
Q

APK Periode alcohol

A

4 - 2 - 2 - jaarlijks

27
Q

APK Periode diesel

A

3 - jaarlijks

28
Q

APK Periode gas

A

3 - jaarlijks

29
Q

Rijbewijs AM

A

Bromfietsrijbewijs

30
Q

Rijbewijs A

A

Motorfiets

31
Q

Rijbewijs B

A

Personenauto

32
Q

Rijbewijs E (achter B)

A

Zwaardere aanhangwagens

33
Q

Rijbewijs C1 en C1E

A
  • Lichtere vrachtwagens en bedrijfsauto’s
  • Maximummassa tussen 3500 en 7500 kg
34
Q

Rijbewijs C en CE

A
  • Zwaardere vrachtwagens
  • Maximum lengte van 8 meter
  • 16 passagiers
35
Q

Rijbewijs D en DE

A

Grotere autobussen

36
Q

Rijbewijs T

A

Landbouw- of bosbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte snelheid.