wetgevende macht Flashcards

1
Q

hoe worden de conflicten geregeld tussen de KVV en de senaat?

A

het onderscheid tussen de toegewezen en residuaire aangelegenheden is soms moeilijk te maken. de RVS raadt aan om het te splitsen of te kwalificeren als meervoudige kwalificatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wie regelt de conflicten

A

de parlementaire overlegcommissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke functie heeft de parlementaire overlegcommissie?

A

coördinerend en verzoenend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet de POC

A

zal beslissen welke wetgevingsprocedure moet gevolgd worden als er een onenigheid is tussen een wetsvoorstel of een wetsontwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het verschil tussen het feit als de ministerraad of de koning/kamer het initiatief neemt voor een wet

A

bij de koning/kamer is het een wetsvoorstel met nog een toelichting
bij de MR een wetsontwerp en moet er ook nog een memorie van toelichting bij komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houden de toelichtingen in?

A

de personen die het initiatief hebbern genomen leggen uit wat hun bedoelingen zijn en geven uitleg bij de gemaakte keuzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke rol speelt de raad van state in het proces van de wetsvoorstellen of ontwerpen?

A

ze geeft advies aan de regeringen of de parlementen over hun wetsvoorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

is het advies vrijblijvend ivm een wet?

A

(art 2 en 3 RVS wet) WETSVOORSTELLEN:
soms is het verplicht bij de kamer of de senaat , dat is zo wanneer minstens 1/3 van de vergadering daarom vraagt.
OF
meerderheid van de leden van een taalgroep daarom vraagt.
OF
als min 12 leden van de parlementaire overlegcommissie daarom verzoeken

WETSONTWERPEN:
altijd verplicht om advies te vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is het advies vrijblijvend voor een amendement?

A

het is nooit verplicht een advies te vragen over amendementen, ookal komen ze van de regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij welke soort regels moet het advies niet worden gevraagd

A

van louter formele wetten, indien ze geen normen inhouden moeten deze niet worden gestuurd naar de afdeling wetgeving.
bv legercontingent
ook niet over voorstellen of ontwerpen mbt herziening van de GW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geldt dit voor alle formele wetten dat ze geen advies moeten vragen van de rvs?

A

nee voor de formele wetten die een normen inhouden en instemmingen met internationale verdragen en samenwerkingsakkoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houdt de inhoud van het advies in

A

het gaat over de grondwettigheid van e voorgelegde tekst, ze gaan ook na welke procedure er moet gevolgd worden (mono of bicameraal)

soms ook over het juridisch taalgebruik en de structuur van de tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat moeten de entiteiten doen met het advies?

A

het is niet bindend, maar er zijn wel risico’s aan verbonden indien ze dit niet volgen want als de regel later wordt beoordeeld door het gwh zullen zij ook verwijzen naar het advies van de RVS

als het WV of het WO een schending is van een bevoegdheidsverdelende regel dan wordt doorgestuurd naar overlegcomité voor een bijkomend gemotiveerd advies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de sanctie voor het negeren van het overlegcomité?

A

er is geen sanctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn commissies?

A

het zijn instellingen in de kamer en de senaat die zich bezighouden met specifieke onderwerpen
ze doen het voorbereidende wetgevende werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat staat er in het reglement van het assemblee?

A

het bepaalt de samenstelling

17
Q

wat is de procedure in de commissies?

A
  1. bestuderen ze de WO en WV en kijken naar de opportuniteit ervan.
  2. van de besprekingen maken ze een verslag, wordt publiek toegankelijk in de parlementaire stukken
  3. stemmen
  4. goedgekeurd? plenaire vergadering
    (5. 2e lezing waarin het opnieuw wordt besproken)
18
Q

wat is de rol van de regeringsleden in dit proces?

A

ze hebben zitting in elke kamer, maken er geen van uit, maar kunnen het wetgevend werk wel actief meevolgen, ze voeren zo hun controle uit

19
Q

wat gebeurt nadat het naar de kamer is gestuurd

A

dan kan de kamer nog amendementen aanbrengen, splitsen en zo gemakkelijke goedkeuren. (ook de koning kan dit doen), maar als dit gebeurt in een bicamerale procedure moet de tekst opnieuw naar die kamer gestuurd.

daarna is de plenaire vergadering het heeft de macht van het laatste woord.

goedkeuring: bij gewone meerderheid of versterkte meerderheden (GW, bijzondere meerderheidswetten)

g

20
Q

gewone meerderheid

A

1/2 leden aanwezig
1/2 leden ja

21
Q

wat is de alarmbelprocedure?

A

het kan gebeuren na de indiening van een verslag en voor de eindstemming van de tekst in de openbare vergadering

het is wanneer de 1 vd taalgroepen zich ondergewaardeerd voelt. het heeft een preventieve functie

22
Q

kan de alarmbelprocedure voor alle wetten worden ingeroepen?

A

Nee, het kan niet voor begroting of bijzondere meerderheidswetten

23
Q

wat gebeurd er als de ALBP wordt ingeroepen?

A

dan wordt de wetgevingsprocedure opgeschort

24
Q

wat gebeurt er als de ministerraad niet tot een advies te komen mbt ALBP

A

het leidt wss tot een crisis met het ontslag van de regering

als hij wel advies geeft -> vertrouwensstemming

25
Q

wat was de bijzondere situatie tijdens de wereldoorlogen?

A

het maken van de wetten gebeurde via de besluitwetten, aangenomen door de regering.

1e WO: met goedkeuring van de koning
2e WO: koning in gevangenschap, niet met K dus
allebei zonder parlement
hvc erkende wel dat ze kracht van wet hadden.

26
Q

wie maakt de bekrachtiging

A

koning, maar ook een beslissing van de regering

27
Q

in welke talen moet de bekendmaking gebeuren?

A

Nederlands, Frans (zijn gelijkwaardig) en Duits (nog niet onmiddellijk)

28
Q

wat is een delegatie

A

= machtiging
de wetgever geeft bevoegdheden over aan de koning waarbij de koning een aantal basisprincipes verder concretiseert.

29
Q

opdrachtwet

A

nog meer bijkomende bevoegdheden

30
Q

wat is een variant een opdrachtwet

A

een kaderwet; de wetgever bepaalt een kader en de invulling gebeurt door de koning

en een bijzondere machtenwet

31
Q

onder welke voorwaarden kunnen essentiële elementen van toegewezen bevoegdheden van de WG worden gegeven aan de koning?

A
  1. uitdrukkelijk en ondubbelzinnig
  2. noodzakelijk
  3. het werk van de koning w kort erna bekrachtigd
32
Q

bijzonderemachtenwetten

A

het zijn zeer ruime bevoegdheden die worden aangewezen, over toegewezen bevoegdheden aan de WG naar de koning overgedragen. de koning kan zelfs de uitgangspunten van het beleid bepalen.

ook nog buitengewoon bijzonderemachtenwetten: net voor en net na de 2e WO

33
Q

voorwaarden van de bijzonderemachtenwetten

A
  1. uitzonderlijke of crisisomstandigheden
  2. beperkte periode
  3. precieze strekking vermelden
  4. internationaal en de bevoegdheidsverdelende regels respecteren
34
Q

hoe gebeurt de vorming van een decreet?

A
  1. voorstellen en ontwerpen bespreken en goedkeuren in een parlementaire commissie
  2. plenaire vergadering
  3. advies RVS
35
Q

verschil deelstaten en federaal op vlak van totstandkoming wet/decreet?

A

DS:
Geen bicamerale procedures
Koning speelt geen rol
Nederlands, frans of Duits (brussel wel NL en frans)
er is een ideologische alarmbelprocedure

36
Q

verordeningen

A

rechtsreekse werking en verbindend in al haar onderdelen. geen omzetting in nationaal recht maar wel uitvoeringsmaatregelen

kunnen enkel worden aangenomen in beleidsdomeinen waarin het primaire recht het toestaat

37
Q
A