Werkwoorden op -ER Flashcards
aankomen
arriver
aarzelen
hésiter
beginnen
commencer
binnenkomen
entrer
blijven
rester
dansen
danser
denken
penser
dol zijn op
adorer
doorbrengen, voorbij gaan
passer
dragen
porter
dromen
rêver
een grapje maken, lol hebben
rigoler
een hekel hebben aan, haten
détester
eten
manger
halen, zoeken
chercher
helpen
aider
herhalen, bestuderen
réviser
houden van
aimer
kijken
regarder
kopen
acheter
laten zien
montrer
liever hebben, de voorkeur geven aan
préférer
leren (bestuderen, leren voor een toets)
étudier
lopen
marcher
luisteren
écouter
ontmoeten
rencontrer
praten
parler
proberen
essayer
proeven
goûter
raden
deviner
reizen
voyager
spelen
jouer
stijgen, omhoog gaan, instappen
monter
vallen
tomber
veranderen
changer
vergeten
oublier
verhuizen
déménager
verstoppen
cacher
vertellen
raconter
vinden
trouver
voorbij gaan, doorbrengen
passer
vragen
demander
wandelen
se promener
werken
travailler
wonen
habiter
zingen
chanter
zoeken, halen
chercher