werkwoorden op AR Flashcards
1
Q
hoe vervoeg ik een werkwoord op AR?
A
infinitief -AR
+ o
+ as
+ a
+ amos
+ áis
+ an
2
Q
ik studeer
A
yo estudio
3
Q
jij studeert
A
tú studias
4
Q
hij studeert
A
él estudia
5
Q
zij studeert
A
ella estudia
6
Q
u studeert
A
usted estudia
7
Q
wij studeren (vrouwen)
A
nosotras estudiamos
8
Q
wij studeren (mannen)
A
nosotros estudiamos
9
Q
jullie studeren (mannen)
A
vosotros estudiáis
10
Q
jullie studeren (vrouwen)
A
vosotras estudiáis
11
Q
zij studeren (mannen)
A
ellos estudian
12
Q
zij studeren (vrouwen)
A
ellas estudian
13
Q
zij studeren (beleefdheidsvorm/u)
A
ustedes estudian
14
Q
A