werkwoorden frans 100 Flashcards
1
Q
zijn
A
etre
2
Q
hebben
A
avoir
3
Q
kunnen
A
pouvoir
4
Q
doen maken
A
faire
5
Q
zetten plaatsen
A
mettre
6
Q
moeten
A
devoir
7
Q
nemen
A
prendre
8
Q
geven
A
donner
9
Q
gaan
A
aller
10
Q
willen
A
vouloir
11
Q
nodig zijn
A
falloir
12
Q
weten
A
savoir
13
Q
zien
A
voir
14
Q
vragen
A
demander
15
Q
vinden
A
trouver
16
Q
teruggeven maken
A
rendre
17
Q
komen
A
venir
18
Q
doorbrengen langskomen
A
passer
19
Q
vasthouden
A
tenir
20
Q
dragen
A
porter
21
Q
spreken
A
parler
22
Q
tonen
A
montrer
23
Q
doorgaan
A
continuer
24
Q
denken
A
penser
25
volgen
suivre
26
volgen
suivre
27
begrijpen
comprendre
28
blijven
rester
29
horen
entendre
30
wachten
attendre
31
terugzetten
remettre
32
noemen bellen
appeler
33
toestaan
permettre
34
bezighouden met bezitten
occuper
35
beslissen
decider
36
aankomen gebeuren
arriver
37
lijken
sembler
38
terugkomen
revenir
39
toebehoren
appartenir
40
verkrijgen
obtenir
41
zoeken
chercher
42
voorstellen
proposer
43
stellen neerleggen
proser
44
spelen
jouer
45
gebruiken
utiliser
46
bereiken
atteindre
47
proberen
tenter
48
importeren van belang zijn
importer
49
produceren
produire
50
voorbereiden
preparer
51
serveren dienen
servir
52
onthouden tegenhouden
retenir
53
herkennen
reconnaitre
54
beëindigen
finir
55
bewaren vasthouden
garder
56
kiezen
choisir
57
verzekeren
assurer
58
aanraken
toucher
59
bestaan
exister
60
weigeren
refuser
61
accepteren
accepter
62
uitleggen
expliquer
63
slagen
reussir
64
openen
ouvrir
65
lezen
lire
66
vertegenwoordigen
representer
67
oordelen
juger
68
antwoorden
repondre
69
realiseren
realiser
70
stoppen
arreter
71
profiteren
profiter
72
meenemen
amener
73
delen
partager
74
beschouwen
considerer
75
aanbieden
offrir
76
vastellen
etablir
77
vooruitgaan
avancer
78
beschrijven
decrire
79
markeren
marquer
80
oproepen
evoqueer
81
veranderen
changer
82
organiseren
organiser
83
investeren
investir
84
verbinden
relier
85
verwerven
arcquerir
86
deelnemen
participe
87
hernemen
reprendre
88
uitdrukken
exprimer
89
wijden aan
consacrer
90
trainen veroorzaken
entrainer
91
begeleiden
accompagner
92
vermijden
eviter