Weetjes Flashcards
Intensief & extensief systeem
I: onafhankelijk van de grootte; druk of temperatuur. E: afhankelijk van de grootte; massa, volume, hoeveelheid stof
Boltzmann & maxwell:
deeltjes op bepaald energieniveau (bepaald door T).
N2/N1 = e^(-(E2-E1))/kT in joule of kT-> RT voor joule per mol.
maxwell = gemiddelde snelheid moleculen (M = mm).
v = (wortel) 8RT/pi*M
systeem
open = materieuitwisseling mogelijk
gesloten = materieuitwisseling mogelijk, energie wel.
geisoleerd: energie uitwisseling niet mogelijk.
adiabatisch: warmetransport niet mogelijk, diathermaal wel.
arbeid algemeen
negatief als het op omgeving wordt geuit; positief op systeem.
arbeid ideaal gas als hitte
kinetische energie; isotherm proces. q = -w (dT = 0)
formule arbeid met constante druk
W = - Pext * dV
formule arbeid met niet constnate druk (bijvoorbeeld bij diathermaal)
W = nRT ln (Vi/Vf)
Warmtecapaciteit
c = q/dT
soortelijke warmte
c = c/m
molaire warmtecapaciteit (Cm)
c/n
verschil warmteverschillen
te verklaren door kwantisering energieniveaus. Dicht bij elkaar: pakketje inkomende energie kan met weinig verschuiving in bezettingsgraad; ongevoelig voor temperatuur en dus hogere warmtecapaciteit. Verder uit elkaar = veel verschuiving, bezettingsgraad veranderd meer = grotere verandering = lage capaciteit
Interne energie
extensieve grootheid, U = U/n (molaire interne energie) is wel intensief.
Interne energie is gerelateerd aan temperatuur; U = q + w
Isotherme expansie: U=0, q =-w.
w = arbeid op systeem systeem, q = warme toegevoegd aan systeem
Enthalpie
H = U + pV; Hm = Um + RT is intensieve variant.
Enthalpie constante druk
dH = qp . Endotherm: dH = qp>0 exotherm: dH = qp<0
warmtecapaciteit: Cp > Cv
als systeem vrije expansie heeft -> toegevoegde warmte lekt terug naar omgeving in de vorm van arbeid. toename temperatuur is kleiner dan bij constante druk. Cp-Cv = R
Faseovergang:
Verdampingswarmte
smeltwarmte
sublimeringswarmte
V:
energie nodig om 1 mol op 1 bar en standaard T te doen verdampen. Hvap
S1: warmte die je onder standaardomstandigheden moet toevoegen om stof te doen smelten (dHfus); vast naar vloeistof. andersom is negatief
S2: Hsub = Hfus + Hvap
Bindingsenthalpie
Kost energie om binding te breken. Verbindingen moeten een voor een verbroken worden (H moet eerst van h2o af en erna h van o). Gemiddelde bindingsenthalpie kan genomen worden
Verbrandingswarmte
energie per mol stof.
constant volume? q = dU en niet gelijk aan dH. Hm = Um + pVm. voor gassen kan pVm niet verwaarloosd worden, kan wel worden herschreven als RT*vgas.
significante cijfers
35,1 =3 0,02345 = 4 etc. afronden naar getal met kleinste significante cijfers. optellen en aftrekken: kleinste aantal getallen achter komma. delen en x: evenveel als kleinste aantal significnate cijfers.
Wet van Hess
enthalpie = som van enthalpieveranderingen
dfH = sigma vHf prod - sigma vHf reactanten.
Berekening:
1: kijk hoeveel stof je nodig hebt en maak de voorbeeldformule in die verhouding. (deel ook de H door dat getal).
2: kijk naar de andere formules (stel je hebt 2h2o -> 2h2+o2 en je moet h2o aan de productkant hebben, draai je hem om. energie - naar + en vice versa)
zie notitie
enthalpie
dH = m * T * specific heat