Weetjes Flashcards

1
Q

Intensief & extensief systeem

A

I: onafhankelijk van de grootte; druk of temperatuur. E: afhankelijk van de grootte; massa, volume, hoeveelheid stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Boltzmann & maxwell:

A

deeltjes op bepaald energieniveau (bepaald door T).
N2/N1 = e^(-(E2-E1))/kT in joule of kT-> RT voor joule per mol.

maxwell = gemiddelde snelheid moleculen (M = mm).

v = (wortel) 8RT/pi*M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

systeem

A

open = materieuitwisseling mogelijk
gesloten = materieuitwisseling mogelijk, energie wel.
geisoleerd: energie uitwisseling niet mogelijk.
adiabatisch: warmetransport niet mogelijk, diathermaal wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

arbeid algemeen

A

negatief als het op omgeving wordt geuit; positief op systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

arbeid ideaal gas als hitte

A

kinetische energie; isotherm proces. q = -w (dT = 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

formule arbeid met constante druk

A

W = - Pext * dV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

formule arbeid met niet constnate druk (bijvoorbeeld bij diathermaal)

A

W = nRT ln (Vi/Vf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Warmtecapaciteit

A

c = q/dT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soortelijke warmte

A

c = c/m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

molaire warmtecapaciteit (Cm)

A

c/n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil warmteverschillen

A

te verklaren door kwantisering energieniveaus. Dicht bij elkaar: pakketje inkomende energie kan met weinig verschuiving in bezettingsgraad; ongevoelig voor temperatuur en dus hogere warmtecapaciteit. Verder uit elkaar = veel verschuiving, bezettingsgraad veranderd meer = grotere verandering = lage capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Interne energie

A

extensieve grootheid, U = U/n (molaire interne energie) is wel intensief.

Interne energie is gerelateerd aan temperatuur; U = q + w
Isotherme expansie: U=0, q =-w.

w = arbeid op systeem systeem, q = warme toegevoegd aan systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Enthalpie

A

H = U + pV; Hm = Um + RT is intensieve variant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Enthalpie constante druk

A

dH = qp . Endotherm: dH = qp>0 exotherm: dH = qp<0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

warmtecapaciteit: Cp > Cv

A

als systeem vrije expansie heeft -> toegevoegde warmte lekt terug naar omgeving in de vorm van arbeid. toename temperatuur is kleiner dan bij constante druk. Cp-Cv = R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Faseovergang:
Verdampingswarmte
smeltwarmte
sublimeringswarmte

A

V:
energie nodig om 1 mol op 1 bar en standaard T te doen verdampen. Hvap
S1: warmte die je onder standaardomstandigheden moet toevoegen om stof te doen smelten (dHfus); vast naar vloeistof. andersom is negatief
S2: Hsub = Hfus + Hvap

17
Q

Bindingsenthalpie

A

Kost energie om binding te breken. Verbindingen moeten een voor een verbroken worden (H moet eerst van h2o af en erna h van o). Gemiddelde bindingsenthalpie kan genomen worden

18
Q

Verbrandingswarmte

A

energie per mol stof.
constant volume? q = dU en niet gelijk aan dH. Hm = Um + pVm. voor gassen kan pVm niet verwaarloosd worden, kan wel worden herschreven als RT*vgas.

19
Q

significante cijfers

A

35,1 =3 0,02345 = 4 etc. afronden naar getal met kleinste significante cijfers. optellen en aftrekken: kleinste aantal getallen achter komma. delen en x: evenveel als kleinste aantal significnate cijfers.

20
Q

Wet van Hess

A

enthalpie = som van enthalpieveranderingen

dfH = sigma vHf prod - sigma vHf reactanten.

Berekening:
1: kijk hoeveel stof je nodig hebt en maak de voorbeeldformule in die verhouding. (deel ook de H door dat getal).
2: kijk naar de andere formules (stel je hebt 2h2o -> 2h2+o2 en je moet h2o aan de productkant hebben, draai je hem om. energie - naar + en vice versa)
zie notitie

21
Q

enthalpie

A

dH = m * T * specific heat