Week 6 ZP Flashcards
0
Q
O2
A
Zuurstof
1
Q
Tractus circulotorus
A
Bloedsomloop
2
Q
Co2
A
Koolstofdioxide
3
Q
Aa vaten
A
Bloedaders
4
Q
Vv vaten
A
Vena aders
5
Q
Capillairen
A
Haarvaten
6
Q
Systole
A
Contractiefase (bloed in hart)
7
Q
Piastole
A
Ontspanningsfase (bloed hart uit)
8
Q
Hartfrequentie
A
Hf
9
Q
Slagvolume
A
Sv
10
Q
Hartminuutvolume
A
Hmv
11
Q
Aeroob
A
Verbranding met zuurstof
12
Q
Anaeroob
A
Verbranding zonder zuurstof met verzuring (melkzuur)
13
Q
Vermogen
A
Energie p/sec
14
Q
Joule
A
Energie
15
Q
Vermogen
A
Watt
16
Q
Hartslagreserve
A
Hf-Hf rust
17
Q
Hf training
A
Hf rust . X % (Hf max-Hf rust)
18
Q
Erytrocieten
A
Hemoglobine
19
Q
Veneuze retum
A
Ibloedterugloop
20
Q
Ventrikel
A
Hartkamer
21
Q
ESV
A
Eind systolischvolume
22
Q
EDV
A
Eind diastonischvolume
