Week 5: Rationele keuze theorie Flashcards

1
Q

Door welke diepgaande vragen kunnen de 4 verschillende onderzoeken gescheiden worden?

A
  1. Wat is de aard van het onderzoek?

2. wat is het niveau van de analyse?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 hoofdtypen onderzoek impliceert verschil in karakter?

A
  1. Wanneer het perspectief van de toeschouwer wordt overgenomen, wordt het gedrag van individuele actoren op microniveau bestudeerd.
  2. Wanneer het perspectief van de deelnemen wordt geadopteerd, wordt er gezocht naar bedoelingen en redenen achter het gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft Max Weber geprobeerd?

A

Het verschil tussen uitleggen en begrijpen te verduidelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat heeft Dilthey gedaan

A

Het begrip hermeneutiek geïntroduceerd (= kunst van het interpreteren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Rational Choice Theory?

A

een manier om methodologisch individualisme toe te passen (individuen bepalen hoe de samenleving is), hier wordt gekeken naar de hoogste utility van iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een prisoner’s dilemma (gevangenendilemma)?

A

Sommige conventies moeten worden afgedwongen om een optimale oplossing te creëren in het spel van sociale interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem een toepassing van de Rational Choice Theory en leg deze uit.

A

De speltheorie, door John von Neumann. Het analyseert situaties waarin de keuzes van individuen onderling afhankelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is strategische rationaliteit?

A

Mensen anticiperen zo goed mogelijk op de keuzes van anderen, omdat er in bepaalde situaties een zekere mate van strategische onzekerheid is over de keuzes van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het Nash-equilibrium?

A

Wanneer er geen keuze gemaakt kan worden ten gunste van één van de spelers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn pareto optimale resultaten?

A

Wanneer geen van de spelers kan profiteren van het veranderen van hun keuze zonder andere spelers te schaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg de opvatting van Thomas Hobbes uit

A

Mensen worden gedreven door hun eigenbelang en zouden altijd in een staat van oorlog verkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het conflictmodel?

A

De bedoelingen van mensen kunnen samenvallen, wat hen bereid maakt om uit wederzijds belang met elkaar samen te werken. Maar voor een voordeel zullen ze bereid zijn om elkaar te schaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het nadeel van speltheoretische analyse?

A

Er wordt van een eenzijdig beeld uitgegaan van het menselijk psyche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het probleem met de rationele keuzetheorie?

A

Het menselijk gedrag wordt bestudeerd vanuit het perspectief van de toeschouwers (agenten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke manieren kan het begrip ‘voorkeur’ gebruikt worden?

A
  • Gedragsopvatting: consumenten kiezen op authentieke wijze voor dingen waar ze de voorkeur aan geven
  • Mentalistische opvatting: consumenten geven de voorkeur aan datgene waar ze zich het meest comfortabel mee voelen en waar ze het meest plezier uit halen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly