Week 4 Flashcards
Dermatoom
Deel van de huid (sensibel)
Geinnerveerd door 1 zenuw uit een segment
Myotoom
Spiergroepen (motorisch)
Tel-encaphalon
Differentieert in het cerebrum en sub-corticale kernen
Di-encephalon
Differientieert in de (hypo) thalamus
Mes-encephalon
Diffferienteert in de middenhersenen
Met-encephalon
Differentieert in het cerebellum en de pons
Myel-encephalon
Diferentieert in de medulla oblongata
Uit welke delen bestaat de hersenstam?
Middenhersenen, pons en medulla oblongata
Corpus callosum
Verbinding van de twee hersenhelften
Grijze stof in de hersenen
Cellichamen en dendrieten
Waaruit bestaat de witte stof uit de hersenen?
Axonen met myelineschede
Oligodendrocyten
-Maken myelineschede en isoleren axonen in centraal zenuwstelsel
-1 cel kan meerdere cellen myeliniseren
Astrocyten
-Geeft structuur aan neuronen
-Geeft metabole ondersteuning aan neuronen
-hulp bij repareren van uitlopers
microglia
-Verdediging en immuungerelateerde activiteit
Welke gliacellen zijn er?
-Oligodendrocyten
-Astrocyten
-Microglia
Welke richting stroomt kalium op door de kalium kanalen?
De cel uit, binnen de cel is de concentratie kalium groter
Welke richting stroomt natrium op door de natrium kanalen?
De cel in, buiten de cel is de concentratie natrium groter
Depolarisatie
Het positiever worden van de membraanpotentiaal
Repolarisatie (hyperpolarisatie)
Het negatiever worden van de membraanpotentiaal
Actiepotentiaal
-Een alles of niets reactie
-Duur ervan verschilt per celtype
-Ion concentraties veranderen bijna niet
-Ontstaat meestal in het initieel segment, net achter de axonheuvel