Week 3 | Organisatie van het openbaar bestuur Flashcards

1
Q

Waar bestaat het openbaar bestuur uit?

A

Alle bestuursorganen en ambtenaren die daarvoor werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is kenmerkend voor het openbaar bestuur?

A

Dat er een tweezijdige relatie bestaat tussen bestuursorganen en zij die eraan onderworpen zijn, omdat vanuit beide kanten invloed kan worden uitgeoefend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar staat de definitie van bestuursorgaan in de wet?

A

art. 1:1 lid 1 Awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welk wetsartikel zijn de publiekrechtelijke rechtspersonen geregeld?

A

art. 2:1 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is een bestuursorgaan een a-orgaan?

A
  • als het een publiekrechtelijke persoon is
  • met een eigen wettelijke taak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de hoofdregel bij een b-orgaan?

A

Het openbaar gezag verkrijgen b-organen bij een wettelijk voorschrift (legaliteitsvereiste).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee soorten bestuursorganen zijn er?

A

A-organen en B-organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar in de wet staat geregeld welke uitzonderingen er zijn op de bestuursorganen / wat geen bestuursorganen zijn?

A

art. 1:1 lid 2 Awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo)?

A

een bestuursorgaan van de centrale overheid dat bij of krachtens de wet bij ministeriële regeling met openbaar gezag is bekleed, en dat niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister. Het ontbreken van een hiërarchische relatie tot een bewindspersoon maakt de democratische controle op deze organen ingewikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de taak van een zbo?

A

De taak van een ZBO is een zelfstandige taakuitoefening, geen directe democratische/bestuurlijke controle door minister.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een gedeconcentreerd bestuursorgaan?

A

wanneer een orgaan van de centrale overheid wordt bezet door een ambtenaar van een ministerie terwijl het orgaan beschikt over een geattribueerde (of gedelegeerde) bestuursbevoegdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen een zbo en een gedeconcentreerd bestuursorgaan?

A

bij een gedeconcentreerd bestuursorgaan is er ook sprake van een ambtsdrager die, gelet op zijn ambtenarenrechtelijke positie, ondergeschikt is aan een minister. De minister kan hem te allen tijde sturen. Bij een zbo kan een minister hem niet ten allen tijde sturen, omdat hier de hiërarchische ondergeschiktheid ontbreekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een openbaar lichaam?

A
  1. Een rechtspersoonlijkheid bezittende
  2. Overheidsorganisatie met bestuursorganen
  3. Met een door de wet geregelde relatie tussen de organen
  4. En met een bevolking die (via verkiezingen) invloed kan uitoefenen op de samenstelling en (via inspraak en rechtsbescherming) op de besluitvorming.
    Denk aan gemeente of provincies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Binnen de openbare lichamen, en ook binnen decentralisatie in het algemeen, worden twee typen openbare lichamen onderscheiden:

A

o Territoriaal | deze openbare lichamen hebben een open huishouding, wat wil zeggen dat ze een algemene bestuurstaak hebben. Voorbeelden zijn: de staat, gemeenten en provincies.
o Functioneel | deze openbare lichamen hebben een beperkte bestuurstaak. Dit wordt ook wel een gesloten huishouding genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly