Week 3/4 Flashcards

1
Q

Waarvoor waren ‘authoritative editions’ bedoeld?

A

Voor de reconstructie van de bedoelingen van de auteur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie concepten 19e eeuw

A
  • Music refers to a transcendent realm behind its concrete manifestation
  • Concert in de 19e eeuw is quasi-religieus ritueel
  • Pure muziek; muziek zoals deze is, zonder alle toegevoegde waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schenker-analyse

A

Het idee dat alle muziek kan worden begrepen aan de hand van één onderliggend model. Iedere compositie heeft een andere “Urlinie” (fundamentele lijn), en de musicoloog moet deze doorgronden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie van media volgens Kittler

A

Media worden gevormd door een netwerk van technieken en instituties die mensen in staat stellen data de herkennen en op te slaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ziet het standaardmodel van muzikale productie en consumptie eruit?

A

Componeren –> noteren –> bewerken –> uitvoeren –> uitzenden/opnemen –> luisteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marshal McLuhan’s punten over media

A

Er bestaat ‘hot’ en ‘cold’ media; heeft te maken met de mate van deelname van de gebruiker. Media liggen in de verlenging van de zintuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly