Week 3 Flashcards
Wanneer vangt vervolging in NL aan?
- Aanhangig maken van de zaak ter terechtzitting door te dagvaarden (art. 258 Sv)
- Vorderen van voorlopige hechtenis (bewaring) (art. 63 e.v. Sv)
- Onderzoek door de RC (art. 181 e.v. Sv)
o Machtiging voor verzamelen bewijs is geen daad van vervolging (bijv. plaatsen telefoontap) - Uitvaardigen van een strafbeschikking
Wanneer vangt vervolging uit art. 6 EVRM aan?
- Criminal charge fase vangt aan wanneer vanwege de staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze de verwachting heeft ontleend en ook in redelijkheid heeft kunnen ontlenen dat het OM tegen de betrokkene een strafvervolging zal kunnen instellen
Wat houdt het opportuniteitsbeginsel in
- Vervolging als het OM dat opportuun acht in het licht van het algemeen (publiek) belang (art. 167 lid 2 en 242 lid 2 Sv)
- Bestaat dus uit twee componenten
1. Is een veroordeling haalbaar?
o Met name: is er voldoende bewijs?
2. (indien ja): is vervolging opportuun?
o Zie ook OM-beleid
kan via een art. 12 SV procedure ook de dagvaarding gewijzigd worden
Zeeuws motorrijder
Feiten:
- Motorrijder rijdt veel te hard binnen bebouwde kom en rijdt een meisje aan wat hierdoor overlijd
- Motorrijder wordt vervolgd voor dood door schuld (art. 6 WVW)
- Ouders willen dat motorrijder wordt vervolgd voor doodslag (art. 287 Sr)
- Ouders willen via art. 12 Sv de dagvaarding wijzigen
Hoge Raad:
- Uit de strekking van art. 12 Sv volgt dat een belanghebbende zich kan beroepen op art. 12 Sv ook indien hij het niet eens is met de dagvaarding
Parkeerwachter arrest
Feiten:
- Een man parkeert zijn auto dubbel en wordt hierop aangesproken door de parkeerwachter
- De parkeerwachter geeft de man en waarschuwing dat hij de volgende keer een proces-verbaal zou gaan maken als de man opnieuw de fout in gaat
- Echter wordt de man toch vervolgd voor de parkeerovertreding
Rechtsvraag:
- Dient het OM niet ontvankelijk te worden verklaard vanwege het vertrouwensbeginsel
Hoge Raad:
- Het OM kan aan een opmerking van een parkeerwachter worden gehouden vanwege het vertrouwensbeginsel
Toetsing vervolgbeslissing door zittingsrechter / Ruzie hondenbezitters
De rechter leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijk toetsing. De toets is dat geen redelijk handelend lid van het OM heeft kunnen oordelen dat het algemeen belang gebaat is bij vervolging.
vier afdoeningsmodaliteiten
- Strafbeschikking (art. 257a e.v. Sv)
- Transactie (art. 74 e.v. Sr)
- Sepot (al dan niet voorwaardelijk (art. 167 lid 2 Sv en 242 lid 2 Sv))
- Bestuurlijke boete, geen strafrecht, wel criminal charge in de zin van art. X EVRM