Week 3 Flashcards
Hoeveel cellen ontmoet een DC in een lymfeklier?
500/uur
Welke 3 signalen zijn er nodig voor T-cel activatie door de DC?
MHC-II-TCR, gestabiliseerd door CD4
Costimulatie: CD80/86 aan CD28 -> Th maakt IL-2
Cytokines
Wat is CTLA-4
Remmend molecuul op de membraan van de T-cel
Hoe kunnen verschillende subsets van Th cellen gemaakt worden?
Geïnduceerd door cytokines die gemaakt zijn door DC
Hoe wordt de DC gestuurd in het maken van cytokines?
Door cytokineproductie in het weefsel
Wat maakt de NK-cel voor cytokines? Welke Th cel wordt hier door gestimuleerd?
IFN-gamma bij bacteriën en virussen, stimuleert Th1
Wat maakt de eosinofiele granulocyt voor cytokines? Welke Th cel wordt hier door gestimuleerd?
IL-4, stimuleert Th2 bij parasieten
Wat zijn ILC? Noem 3 kenmerken
Innate lymfoide cellen
Cellen zonder herschikte receptor
Snelle respons
Hoge cytokine productie
Welke typen ILC zijn er? Welke cytokinen produceren ze en op welke Th-cellen lijken ze?
Type 1 (oa NK) -> IFN-gamma + TNF, lijkt op Th1
Type 2 -> IL-4, IL-5, IL-13, lijkt op Th2
Type 3 -> IL-17, IL-22, lijkt op Th17 en Th22
Wat zijn folliculaire Th?
Activeren B-cellen en zorgen voor klasseswitch
Welk cytokine zorgt voor de klasseswitch naar IgG?
IFN-gamma
Welke cytokinen zorgen voor een klasseswitch naar IgA?
IL-10 en TGF-beta
Noem 6 cellulaire effectormechanismen van de adaptieve immuunrespons
Activatie polymorfe nuceaire leukocyten
Activatie macrofagen
Activatie NK-cellen
Activatie gamma/delta T-cellen
Activatie cytotoxische T-cellen
Activatie Th1-> macrofagen hyperactivatie
Wat is de migratieroute van B-cellen?
Bloed -> lymfeklier -> lymfe -> bloed
Waar wordt een langlevende plasmacel gevormd?
Beenmerg
Welke 2 soorten T-geheugencellen heb je?
Centraal en effector, centraal gaat naar LK en effector naar weefsel
Wat is S1P?
Een chemokine: concentratie buiten de lymfeklier wordt hoger, waardoor de T-cel naar buiten migreert
Noem 4 voordelen van microscopisch onderzoek
Meerdere micro-organismen samen onderzoeken
Snel
Met name in steriele materialen
Ook niet-kweekbare micro-organisme aantoonbaar
Noem 2 nadelen van microscopisch onderzoek
Niet heel sensitief
Voor nadere determinatie is andere techniek nodig
Noem 4 voordelen van een kweek
Meerdere micro-organismen
Aansluitende identificatie + gevoeligheidsbepaling mogelijk
Redelijke sensitiviteit
Relatief goedkoop
Noem 2 nadelen van kweek
Alleen kweekbare micro-organismen
Soms arbeidsintensief
Hoe werkt serologie?
Aan het Ag bindt een primair Ab, daaraan een secondair Ab conjugaat en daar bindt een substraat aan
Noem 3 voordelen van serologie
Voor moeilijk te kweken MO
Immuniteit/vaccinatierespons bepalen
Relatief goedkoop
Noem 3 nadelen van serologie
Niet voor acute infectie
Aanvragen specifieke pathogenen
Invasief
Wat is een electief medium?
Vergemakkelijkt determinantie
Wat is een selectief medium?
Remt oninteressante flora