Week 2 Hersenzenuwen Flashcards

1
Q

Typen zenuwstelsels

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hersenzenuwen

Hoeveel, en welke zijn wat?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zuiver sensibel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zuiver somatomotorisch

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gemengd

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe loopt en hoe kruist de tr. corticonuclearis?

A

is de pyramidebaan
van de hersenstam

schakelt niet op
de voorhoorn
maar op de kernen (nuclei)
van motorische
hersenzenuwen

willekeurige motoriek
van de meeste
hals-hoofdspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

I

Naam, en aandoening bij uitval

A

1: n. olfactorius

anosmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

II

Naam, en aandoening bij uitval

A

2: nervus opticus

Vóór het chiasma:

  • blind
  • slechtziend

In/achter het chiasma:

  • gezichtsvelddefect (skotoom),
  • hemianopsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Visuele Banen van Nervus opticus en aandoeningen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pupilreflex

A
  • afferent: n. opticus (2)
  • efferent: n. oculomotorius (3)
    • (parasympathische axonen)
  • twee varianten
    • directe lichtreflex
    • indirecte lichtreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

V

Naam, en aandoening bij uitval

A

5: nervus trigeminus

sensibel:

  • gelaat
  • cornea
  • tanden

motorisch:

  • kauwspieren
  • masseter-reflex

NB: trigeminus neuralgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

VII

Naam, en aandoening bij uitval

A

7: nervus facialis

Spieren van het gelaat
(mimiek, spraak)

NB: cornea reflex

  • aff: n. trigeminus
  • eff: n .facialis

Uitvalmechnisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

VIII

Naam, en aandoening bij uitval

A

8: nervus vestibulo-cochlearis

Verbindingen met

  • Oogspierkernen (3 en 6)
  • Motorische voorhoorncellen in RM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

IX

Naam, en aandoening bij uitval

A

9: nervus glossopharyngeus

  • vooral sensorisch:
    • pharynx
    • tong (achterste 1/3)
    • binnenoor
    • smaak: tong (achterste 1/3)
  • pharynxreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

X

Naam, en aandoening bij uitval

A

sensorisch

  • pharynx, larynx, oesopagus, trommelvlies
  • viscera

motorisch

  • pharynx (slikken)
  • larynx (stembanden), oesopagus

parasympathisch

  • hart, longen, maag-darm
  • pharynxreflex
  • hoestreflex
  • respiratoire arytmie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

XI

Naam, en aandoening bij uitval

A

Trapezius

Sternocleidomastoideus

17
Q

XII

Naam, en aandoening bij uitval

A

Tong