Week 2 Flashcards

1
Q

benoem 2 vormen van samenwerking onderhoud

A

met behoud van zelfstandigheid en concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt bedoelt met behoud van zelfstandigheid?

A

Slecht op een deelgebied vindt samenwerking plaats. Bijvoorbeeld bedrijf X en Y gaan samen een project ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt bedoelt met concentratie

A

Duurzaam samengaan. Twee bedrijven gaan fuseren of x neemt Y over.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 manieren van behoudt met zelfstandigheid:

A

contract of joint venture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is joint venture

A

een entiteit stichten en middelen bij elkaar brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aandelentransactie is …

A

onbelast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Activa passiva transactie is

A

belast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij activa passiva realiseer je

A

goodwill, verschil tussen koopsom en waarde is belast in de vpb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij aandelentransactie

A

Dan is sprake van overdracht van aandelen en dus ontstaat er een deelneming. Dus onbelast gezien je deelnemingsvrijstelling zal ontvangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem 3 soorten fusie

A

aandelen fusie, bedrijfsfusie en juridische fusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Indien je tegen contante wilt overnemen. Welke fiscale faciliteit bestaat er?

A

JE kunt geen beroep doen op de fiscale faciliteit. Tenzij de deelneming groter dan 5% wordt, dan kun je via deelnemingsvrijstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly