Week 2 Flashcards
1
Q
Goodwill aanvang belastingplicht
A
- In beginsel bij begin belastingplicht voor de vpb de waarde van ondernemingsvermogen stellen op gezamelijke WEV van de passiva en activa, met inbegrip van de goodwill, ook voor zover deze in de eigen onderneming is opgebouwd.
- Indien stichting aanvankelijk niet belastingplichtig is maar later wel belastinglichtig wordt, kan bij aanvang belastingplicht reeds een binnen een door het lichaam uitgeoefend bedrijf gevormde goodwill aanwezig zijn. Voor het winststreven had het lichaam immers al het vermogen om winst te genereren.
- In dat geval brengt redelijke wetstoepassing mee dat in de openingsbalans geen goodwill kan worden geactiveerd en (bij einde belastingplicht door het laten varen van het winststreven) in de eindbalans de aanwezige goodwill niet behoeft te worden opgenomen.
2
Q
Andere rechten aanvang belastingplicht
A
Dit geldt ook voor merchandiserechten (rechten op clubnaam, logo, kleding en kleurencombinatie)
3
Q
Voorperiode
A
- Periode waarin al voor rekening en risico van het lichaam in oprichting wordt gehandeld.
- Voorovereenkomst of intentieverklaring
Resultaat toerekenen aan eerste boekjaar
4
Q
Einde belastingplicht
A
- Eindvermogen naar WEV
- Objectief bepaald
- Art. 15c & 15d wet vpb.
5
Q
Wanneer activa afwaarderen?
A
Indien de afwaardering aanzienlijk (30%-50%) en duurzaam is.
6
Q
Dubbele bevoordeling
A
Lichaam heeft aandeelhouder als zodanig willen bevoordelen en aandeelhouder heeft voordeel willen aanvaarden.
Bewijsomkeer indien werkelijke waarde van het overgedragene aanzienlijk lager is dan de overeengekomen waarde.