Week 2 Flashcards
Wat is immuuntrombocytopenie? Hoe komt het dat een patiënt deze ziekte heeft?
Het lichaam maakt antistoffen tegen trombocyten –> verlaagde hoeveelheid trombocyten in de lichaamscirculatie
erfelijke oorzaak, bijwerkingen van chemotherapie
Bij welke gelegen stollingsafwijking komen slijmvliesgerelateerde bloedingen voor (mond, tandvlees, menstruatie, neus, maag en darm)?
stollingafwijkingen gelegen in primaire hemostase
Gewrichts/spierbloedingen. Geef de gelegen stollingsafwijking? Wat is de invloed van COX remmers hierop?
stollingsafwijking gelegen in de secundaire hemostase.
COX remmers hebben een remmende werking op de trombocyten aggregatie.
Geef omschrijving van volgende type vWF
Type I:
Type II:
Type III:
Type I: lagere hoeveelheid vWF dan normaal
Type II: vWF disfunctioneel
Type III: vWF is niet aanwezig
Van welke hemostase is hemofilie een ziektebeeld?
beschrijf wat hemofilie A en B precies betekenen
welke soort screening moet hier worden uitgevoerd?
secundaire hemostaste
hemofilie A: tekort aan factor VIII (8)
hemofilie B: tekort aan factor IX (9)
aPTT (partiele tromboplastinetijd): toevoeging van fosfolipiden –> activator van intrensieke stolling (problemen in factor: XII, XI, VIII, IX
Welke screeningstesten passen bij
- primaire hemostase
- secundaire hemostase
Primaire hemostase: PFA (platelet function analyzer)
secundaire hemostase:
- PT (protrombinetijd) –> extrensieke stolling
- aPTT (geactiveerde partiele tromboplastinetijd) –> intrensieke stolling m.b.v. fosfolipiden.
Benoem fontaine classificaties
I: geen klachten, wel afwijkingen
II: claudicatio klachten
A: niet invaliderend (meer als 200 m lopen)
B: invaliderend (minder als 200 m lopen)
III: rustpijn (bijvoorbeeld nachtelijke pijn)
IV: Gangreen/wonden/weefselverlies
Hoe ziet looptraining eruit dat wordt voorgeschreven voor mensen met claudicatio intermittens?
- oefensessie van 30 min
- 3 maal per week
- tot pijngrens lopen
- 6 maanden volhouden
waar bestaan conservatieve behandelingen uit?
- looptraining
- management van risicofactoren
Welk aanvullendonderzoek valt onder perifeer vaatlijden?
- duplexonderzoek (echo aangevuld met dopler)
- CT-angiografie
- MR-angiografie
- conventionele angiografie
Welke invasieve therapieën kunnen worden toegepast bij perifeer vaatlijden?
- percutane transluminale angioplastiek (PTA)
- endarterie-ectomie
- bypasschirurgie met kunststof of veneus materiaal (verhoogd risico trombose)
Wanneer wordt PTA ingezet? wat zijn de nadelen? en zijn er complicaties van PTA?
inzet:
- er is sprake van korte laesies, korte afwijkingen;
- er is sprake van stennes/occlusie;
- De laesie is bereikbaar via de lies
nadelen:
- de patent neemt af met de grootte van de vaten
- er is expertise vereist
complicaties:
- thrombus/embolus komt los;
- er ontstaat een dissectie (stent nodig)
- het lumen wordt na verwijderen van de ballon niet groter (stent nodig)
wat is endarteriectomie?
De intima wordt verwijderd terwijl de adventitia blijft bestaan. met name bij de hals slagader en liesslagader
Welke twee soorten bypasschirurgie hebben we? Wat zijn de risico’s
Centraal: grotere operaties: aorta-iliacaal “inflow” geven significante hemodynamische veranderingen voor de patiënt.
perifeer: Femoro-distaal “outflow” vanuit de lies ter hoogte van de knie aangesloten. Voor juist dit traject is de looptraining net zo goed.
Van welk vlak worden CT-scans gemaakt als het gaat om aneurysma’s? en wat is gouden standaard aneurysma
sagitaal vlak, gouden standaard is altijd een echo