WEEK 2 Flashcards

1
Q

de Haviltex-maatstaf

A

wanneer de overeenkomst rechtsgevolgen voor partijen regelt, zowel kijken naar de zuiver taalkundige betekenis van de bewoordingen, als naar de subjectieve bedoelingen van partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geobjectiveerd Haviltexen

A

alleen kijken naar de taalkundige betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de CAO-maatstaf

A

wanneer de overeenkomst rechtsgevolgen voor derden regelt, zuiver taalkundige betekenis is in beginsel doorslaggevend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is een overeenkomst tot stand gekomen en wat is de inhoud hiervan?

A

Rechtsregel 6:227 jo. 7:1 BW en 6:248 jo 6:41 sub b jo 7:9 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DSM/Fox

A

Bij de uitleg van contracten moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bunde/Erckens

A

-meest voor de hand liggend,
-technische betekenis,
-deskundige aanwezig,
-het doel v/d ovk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aanvulling ((non)conformiteit)

A

7:1 jo 7:9 BW, 7:17 BW, 7:21 lid 1 sub b BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly