Week 10 Flashcards
Wat is een systematische fout?
-Een niet representatieve steekproef kan je niet vertalen naar de populatie
-Metingen die net iets anders zijn.
Wat is een toevallige fout?
Als je meerdere steekproeven doet zal je altijd net iets andere resultaten vinden.
Wat gebeurd er met het betrouwbaarheidsinterval als de steekproefpopulatie toeneemt?
Deze wordt kleiner
Wat zegt de nulhypothese?
Er is geen verschil tussen de groepen.
Wat is de nulhypothese bij een verschil?
Het verschil tussen de groepen is 0.
Wat is de nulhypothese bij een Hazard ratio?
De ratio van de hazards tussen de groepen is 1
Wat is de type 1 fout?
In realiteit is de nulhypothese correct, maar onze studie zegt dat er wel een verschil is.
Wat is de type 2 fout?
In de populatie is er wel een verschil, maar mijn steekproef zegt van niet.
Hoe kan je aan het betrouwbaarheidsinterval zien of er een significant verschil is?
Bij verschil: 0 ligt buiten het betrouwbaarheidsinterval.
Bij ratio: 1 ligt buiten het betrouwbaarheidsinterval
Sensitiviteit en formule?
Bij hoeveel mensen met ziekte de test positief is.
Sensitiviteit = True positive / zieke mensen
Specificiteit en formule?
Bij hoeveel mensen zonder de ziekte de test negatief is.
Specificiteit = True negative / niet zieke mensen
Positief voorspellende waarde
Hoeveel mensen met positieve test hebben ziekte?
Negatief voorspellende waarde?
Hoeveel mensen met negatieve test hebben de ziekte niet?
Wat is etiologie?
Verklaring van de oorzaak
Wat is prevalentie?
Wie heeft op dit moment de ziekte?