Week 1 t/m 3 Flashcards
Wat zijn de 5 elementen van het model voor planmatige preventie?
Epidemiologische analyse van blootstelling aan risicofactoren
Analyse van gedrags- en omgevings risicofactoren
Interventieontwikkeling
Interventie implementatie
Evaluatie
Wat zijn de 7 voorwaarden voor gereguleerde concurrentie?
Goede risicoverevening
Transparante productclassificatie
Voldoende contractvrijheid voor partijen
Kwaliteitsindicatoren
Consumenteninformatie
Adequaat toezicht op kwaliteit
Effectief mededingingsbeleid
Wat zijn de 4 stappen van shared decision making? (SDM)
Informeren dat er een beslissing gemaakt moet worden
Behandelopties en voor- en nadelen uitleggen
Voorkeuren bespreken en ondersteunen van de patienten
Bespreken in hoeverre patient betrokken wil zijn, beslissing maken
Wat zijn de 4 elementen van shared decision making (SDM)
De behandelmogelijkheden
Persoonlijke waarden
Persoonlijke voorkeuren voor een behandeling
Voor- en nadelen van behandelingen
Noem 3 pathways van kwaliteitsverbetering
Change pathway: zorgaanbieders identificeren onderdelen in de zorg waarin zij hun beleid kunnen verbeteren
Selection pathway: transparantie, waardoor patienten een zorgverlener kunnen kiezen
Reputation pathway: zorgverleners zijn bang voor een slechte reputatie en willen daarom goede zorg leveren
Noem de 3 kwaliteitsindicatoren volgens Donabedian
Structuurmaten: aantal bedden, aanwezigheid van stroke unit
Procesmaten: binnen 1 uur gezien door arts, binnen 2 weken voor OK
Uitkomstmaten: sterfte, her-OK, QoL, complicaties
Door welke 4 dingen kunnen verschillen in uitkomsten ontstaan?
Statistische onzekerheden
Case-mix
Confounders
Registratie bias
Noem 3 nadelen van alleen kijken naar uitkomstmaten (ipv procesmaten)
Uitkomstindicatoren geven door alle beperkingen een invalide beeld van de kwaliteit van zorg in een zorginstelling
Als uitkomsten slecht zijn is het niet duidelijk welke zorgprocessen verbeterd moeten worden
Als 1 zorgproces goed gaat en een ander zorgproces slecht dan is dat niet zichtbaar in de uitkomst (compenseert waardoor uitkomst normaal/goed is)
Noem 3 manieren waarop je indicatoren kan gebruiken
Intern gebruik - voor welzijn individu
Intern gebruik - geaggregeerd, ,inzicht in eigen patientenpopulatie
Extern gebruik - benchmark, vergelijken met anderen
Noem 7 maatstaven voor goed gezondheidszorgsysteem
Kwaliteit
Kosten
Haalbaarheid
Efficientie
Patientvriendelijkheid
Aanvaardbaarheid
Gelijkheid
Wat houdt het beredeneerd gedrag model in?
Gedrag wordt bepaald door intentie, wat wordt bepaald door:
- Attitude: mening en afweging voor- en nadelen
- Ervaren subjectieve norm: vinden anderen bepaald gedrag belangrijk en wat doen anderen zelf
- Waargenomen gedragscontrole: denk je dat je in staat bent gedrag te veranderen
Noem 12 taken van de GGD
Collectieve en selectieve preventie
Toegang tot zorg bewaken en regie uitvoeren
Onderzoek doen/signaleren van ontwikkelingen binnen de gezondheid
Gezondheidsbescherming
Gezondheidsbeleid implementeren
Kwaliteitsborging
Innovatie
Infectieziektebestrijding
Medische milieukunde
Jeugdgezondheidszorg
Ouderenzorg
Geneeskundige hulp bij rampen en preventie hiervan
Noem 6 aspecten om mee te nemen in besluitvorming
Effectiviteit
Doelmatigheid
Mogelijke negatieve gevolgen
Mogelijke alternatieven
Sociale haalbaarhieid
Financiele haalbaarheid
Wat is indirecte standaardisatie?
Leeftijdsopbouw van referentiepopulatie, ‘echte’ sterftecijfer van populatie
Wat is directe standaardisatie
Sterftecijfer van referentiegroep, leeftijdsopbouw studiepopulatie behouden
Welke ratio hoort er bij indirecte standaardisatie?
Standardized mortality ratio (SMR)
Verhouding waargenomen en verwachte sterfte (in dezelfde populatie)
Welke ratio hoort er bij directe standaardisatie?
Comparative mortality figure (CMF)
Verhouding verwachte en waargenomen aantal sterfgevallen in ref. populatie
Wat is de PAF en hoe bereken je deze?
Populatie attributieve fractie
Percentage aan sterfte wat toe te schrijven is aan een bepaalde gewoonte
PAF=(prev(RR-1))/(prev(RR-1)+1)
Wat is de PIF en hoe bereken je deze?
Potentiële impact factor
((Prev.oud-prev.nieuw)(RR-1))/(prev.oud(RR-1)+1)
Noem 5 aspecten die belangrijk zijn voor het identificeren van cases
Aard van de klachten/symptomen
Tijdstip van ontstaan klachten/symptomen
Duur van klachten/symptomen
Risicofactoren expliciet noemen
Achtergrondkenmerken/demografische gegevens/identificatiegegevens
Wat is het ICF-model?
International classification of functioning model
Ziekte/aandoening heeft effect op functioneren (functies en anatomische kenmerken, activiteiten, participatie).
Hierop hebben interne en externe factoren invloed
Leer ook het plaatje!
Noem de 3 criteria van WHO-age friendly cities
Gelijkheid
Inclusieve sociale omgeving
Toegankelijke fysieke omgeving/voorzieningen
Welke doelmatigheid wordt geaccepteerd bij ziektes?
80.000 per gewonnen QALY bij ernstige ziekte
50.000 per gewonnen QALY bij matige ziekte
20.000 per gewonnen QALY bij milde ziekte
Noem 2 redenen waarom praktijkvariatie onwenselijk is
Praktijkvariatie wijst erop dat behandelbeslissingen zijn gebaseerd op voorkeuren van behandelaars
Praktijkvariatie wijst erop dat behandelkeuze niet gebaseerd is op richtlijnen, waardoor zowel onder- als overbehandeling ontstaat
Noem de top 5 van hoogste sterfte
Dementie
Longkanker
Beroerte
Coronaire hartziektes
COVID-19
Noem de top 5 ziektes met hoogste prevalentie
Nek- en rugklachten
Artrose
Angststoornissen
Diabetes
Visusstoornissen
Noem de top 5 hoogste DALY’s
Coronaire hartziekten
Beroerte
Diabetes
COPD
Angststoornissen
Noem de top 3 hoogste sterfte wereldwijd
Cardiovasculaire aandoeningen
Maligne nieuwvormingen
Infectieuze en parasitaire ziektes
Noem de top 5 met de hoogste incidentie
Infectie bovenste luchtwegen
Gastro-intestinaal
Infectie onderste luchtwegen
Letsel door prive/sport
Influenza
Noem de 3 belangrijkste determinanten in vroegtijdige sterfte
Roken
Ongezonde voeding
Hoge bloeddruk
Noem 4 oorzaken hoge ziektelast (veel DALYs)
Hoge incidentie aantal sterfgevallen
Sterfte op jonge leeftijd
Hoge prevalentie van beperking en handicaps
Ernst van beperking en handicaps
Hoe bereken je DALY’s?
YLL (years of life lost) + YLD (years lived with disability)
Noem 4 indicatoren voor het meten van volksgezondheid
Ziekten en aandoeningen
Functioneren en QoL
Sterfte en doodsoorzaken
Levensverwachting en gezonde levensverwachting
Noem de 6 aspecten voor een planmatige aanpak van volksgezondheidsproblemen
Absolute omvang/ernst
Relatieve omvang/ernst
Effectiviteit beschikbare maatregelen
Doelmatigheid maatregelen
Mogelijke negatieve gevolgen, sociale/financiële haalbaarheid
Effectiviteit/doelmatigheid van alternatieven
Noem 5 fases van epidemiologische transitie
Tijdperk van hongersnood en epidemieën
Tijdperk van afnemende pandemieën
Tijdperk van degeneratieve en door de mens veroorzaakte aandoeningen
Tijdperk van ‘delayed degenerative disease’
Tijdperk van ‘emerging’ en ‘re-emerging’ infecties
Noem 4 oorzaken medicijntekorten
Beperkte voorraad
Preventiebeleid zorgverzekeraars
Lage medicijnprijzen
Lage geneesmiddelenconsumptie
Noem 4 diagnostische middelen van de bedrijfsarts
Anamnese
4DKL vragenlijst
Informatie van de leidinggevende
Informatie over de werkomstandigheden
Welke 2 stappen dienen doorlopen te worden om te kijken of er sprake is van een uitbraak?
Vergelijk het waargenomen aantal ziektegevallen met het verwachte aantal voor die specifieke periode en locatie gebruikmakend van verschillende bronnen
Zelfs als het huidige waargenomen aantal het verwachte aantal overschrijdt, dient men na te gaan of er veranderingen zijn (geweest) in:
- Aangifteproces
- Verandering in casusdefinitie
- Gestegen interesse door bvb media-aandacht
- Nieuwe en betere diagnostische methoden
Welke 3 stappen worden doorlopen als je hulp aanvraagt bij de gemeente?
Aanvraag bij online, telefonisch of fysiek loket, kan ook via huisarts
Inventarisatie middels keukentafelgesprek
Besluit: individuele indicatiestelling voor specifieke voorzieningen
Noem 5 voorwaarden voor screening tav ziekte
Belangrijk gezondheidsprobleem
Natuurlijk beloop ziekte is bekend
Er bestaat een algemeen aanvaardbare handelswijze
Er is een herkenbare presymptomatische fase
Voorzieningen voor het stellen van diagnose en behandeling zijn aanwezig
Noem 6 voorwaarden voor screening tav screening
De gebruikte methode is effectief
De procedure is acceptabel voor de te screenen populatie
Het is duidelijk wie behandeld moet worden
Voordelen screening > nadelen screening
Netto voordelen moeten opwegen tegen de kosten
Aangeboden voorziening is structureel
Voor wie geldt de meldingsplicht?
Artsen en laboratoria
Artikel 26 instellingen (verpleeghuis/bso) bij verschijnselen/potentieel gevaar
Hoe zit de meldingsplicht in elkaar?
A: melden bij vermoeden (MERS, pokken, polio, SARS, virale hemorrhagische koorts)
B1, B2 of C: melden na vaststellen
Overige ziektes: melden van ongewone verheffingen in praktijk
Wat is primaire preventie?
Bij gezonde personen
Wat is secundaire preventie?
Opsporen pre-/asymptomatisch stadium van ziekte
Noem 6 aspecten van de minimale interventie strategie
Motivatieniveau vaststellen
Motivatie verhogen
Barrières inventariseren en bespreken
Startdatum verandering vaststellen
Hulpmiddelen
Follow-up en nazorg
Wat is de attack rate?
Exposed en daarbij ziek/totaal exposed
Noem 3 taken van maatschappelijke verantwoordelijkheid
Inzetten voor preventie
Inzetten voor participatie
Inzetten voor veilige, doelmatige, toegankelijke en duurzame zorg
Welke 4 categorieën kunnen bijdragen aan ziektelast?
Gedrag
Persoonsgebonden
Arbeid
Milieu
Welke gedragsfactoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op
Roken: 9,4%
Ongezonde voeding: 8,1%
Weinig beweging: 2,3%
Alcoholgebruik: 1,5%
Welke persoonsgebonden factoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op?
Hoge bloeddruk: 6,7%
Hoge bloedsuikerspiegel: 6,6%
Overgewicht: 3,7%
Cholesterol: 0,9%
Lage botdichtheid: 0,7%
Welke arbeidsfactoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op?
Stoffen/omgeving: 3,0%
Psychische belasting: 0,9%
Fysieke beslasting: 0,7%
Welke milieufactoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op?
Buitenmilieu: 3,5%
Binnenmilieu: 0,5%
Wat is de levensverwachting van hoog-opgeleide vrouwen? En die van vrouwen met basisonderwijs? En wat is het verschil van levensverwachting in goede gezondheid?
Hoogopgeleid: 86 jaar
Basis: 80 jaar
Verschil in goede gezondheid: 20 jaar