Week 1 open vragen Flashcards
How do diagnostic manuals like the DSM-5 categorize mental disorders, and what are the limitations of this approach according to Brian Ostafin?
DSM-5 groepeert stoornissen op basis van symptoomclusters.
Beperking: Symptomen kunnen overlappen tussen stoornissen.
Beperking: Het verklaart niet de onderliggende oorzaken.
Diagnostische handleidingen zoals de DSM-5 organiseren psychische stoornissen rond symptoomclusters, vanuit een syndromaal perspectief Dit betekent dat stoornissen worden gedefinieerd door een verzameling van symptomen die vaak samen voorkomen.
Beperkingen: Syndromale systemen beginnen met symptomen en hopen zo de functie of relatie te achterhalen, om zo tot een diagnose te komen met verloop en reactie op behandeling. Echter, na meer dan 100 jaar inspanning zijn er nog steeds weinig psychologische ziektes duidelijk geïdentificeerd.
Ook kunnen verschillende topografische uitkomsten voortkomen uit hetzelfde proces
What is the transdiagnostic approach, and how does it differ from the syndromal perspective exemplified by the DSM-5? Give examples of transdiagnostic processes.
Richt zich op processen die meerdere stoornissen gemeen hebben.
Voorbeelden: Vermijding, ruminatie, emotieregulatieproblemen.
Verschil: DSM-5 kijkt naar specifieke stoornissen, transdiagnostisch model kijkt naar onderliggende mechanismen.
De transdiagnostische benadering probeert verklaringen te vinden die breed toepasbaar zijn over verschillende stoornissen heen. In plaats van zich te richten op de unieke symptoomclusters van elke stoornis, richt de transdiagnostische aanpak zich op onderliggende cognitieve, emotionele en gedragsmatige processen die gemeenschappelijk zijn aan verschillende stoornissen.
Voorbeelden van transdiagnostische processen zijn
- vermijding
- ruminatie
- bepaalde geheugenprocessen.
Brian Ostafin geeft aan dat deze benadering beoogt de beperkingen van de DSM-5 te overkomen, die vooral topografisch is en zich richt op symptoom clusters.
According to the slides from Brian Ostafin, what are the objectives related to understanding avoidance as a transdiagnostic process in psychopathology?
Inzicht krijgen in hoe vermijding stoornissen beïnvloedt.
Begrijpen waarom vermijding behandeling belemmert.
Leren hoe exposure (blootstelling) helpt.
How is avoidance defined as a transdiagnostic process, and what fundamental human experiences does it relate to, according to the lecture slides?
Vermijding = het ontlopen van situaties/emoties die angst oproepen.
Verbonden met angst voor onzekerheid, verlies en pijn.
What are the different types of avoidance, and how do they manifest in individuals struggling with psychopathology?
Openlijke vermijding (bv. niet naar sociale situaties gaan).
Veiligheidsgedrag (bv. afleiding zoeken om angst te onderdrukken).
According to the lecture slides, what are the negative consequences of avoidance, and how does it maintain or increase negative affect?
Houdt angst en negatieve emoties in stand.
Verhindert leren dat gevreesde situaties niet gevaarlijk zijn
How does exposure therapy work as a transdiagnostic process, and what changes occur when facing what is feared?
Door herhaalde blootstelling aan angstwekkende situaties.
Vermindert angst door gewenning en correctie van negatieve verwachtingen.
What role do safety behaviors play in maintaining anxiety, and how can they prevent the disconfirmation of negative beliefs, as suggested by Salkovskis et al. in their study on agoraphobia?
Geeft de illusie van controle.
Voorkomt dat iemand leert dat gevreesde situaties veilig zijn.
According to Moulds et al. (2007), how are rumination, avoidance, and depression related in a non-clinical sample?
Vermijding en ruminatie versterken depressieve gevoelens.
Mensen vermijden negatieve emoties, wat depressie in stand houdt.
How did Moulds et al. measure avoidance in their study, and what were the different factors assessed by the Cognitive-Behavioral Avoidance Scale (CBAS)?
Met de Cognitive-Behavioral Avoidance Scale (CBAS).
Beoordeelt: sociale, niet-sociale, cognitieve en gedragsmatige vermijding.
In the study by Salkovskis et al. (1999), what were the key inclusion criteria for patients participating in the experiment on safety-seeking behaviors in agoraphobia?
Diagnose paniekstoornis met agorafobie.
Minstens twee paniekaanvallen in de laatste maand.
What were the main findings of Salkovskis et al. (1999) regarding the impact of decreasing safety-seeking behaviors on anxiety and catastrophic beliefs in patients with agoraphobia?
Verminderen van veiligheidsgedrag leidde tot minder angst en catastrofale gedachten.
How do the cognitive and behavioral theories explain the persistence of anxiety and avoidance in agoraphobia differently?
Gedragstheorie: Vermijding voorkomt extinctie van angst.
Cognitieve theorie: Angst blijft bestaan door overschatting van gevaar.
Can avoidance be seen as an adaptive response in certain situations? If so, when might avoidance be helpful, and when does it become maladaptive?
Ja, bij reëel gevaar (bv. een agressieve situatie vermijden).
Nee, als het dagelijkse activiteiten belemmert (bv. sociale angst).
How can therapists effectively address avoidance in the treatment of mental disorders, and what strategies can be used to encourage approach behaviors instead?
Exposure therapie om vermijding te doorbreken.
Oefeningen om tolerantie voor ongemak te vergroten.