WEEK 1 IER Flashcards

1
Q

Wat is het doel van internationaal publiekrecht?

A

Internationaal publiekrecht dient om grensoverschrijdende problemen aan te pakken (zoals CO₂-uitstoot, klimaatverandering, gewapende conflicten, vluchtelingenstromen), bepaalt de reikwijdte van nationaal recht en biedt stabiliteit voor kleinere staten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is internationaal recht belangrijk voor kleinere staten zoals Nederland?

A

Voor kleinere staten is internationaal recht van belang omdat het niet alleen de koers bepaalt door macht, maar ook zorgt voor stabiliteit in internationale betrekkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was de situatie vóór de ontwikkeling van internationaal publiekrecht?

A

Voor de ontwikkeling van internationaal publiekrecht waren politieke organisaties te zwak om gecentraliseerd gezag uit te oefenen, en er was geen scheiding tussen private en publieke belangen. Monarchen moesten hun macht delen met de kerk en de adel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat werd bereikt met de Vrede van Westfalen in 1648?

A

De Vrede van Westfalen leidde tot de oprichting van een systeem van soevereine en gelijke staten, waarbij het beginsel van territoriale integriteit werd gerespecteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekende het beginsel van zelfbeschikking zoals neergelegd in het VN-Handvest van 1945?

A

Het beginsel van zelfbeschikking gaf volkeren het recht om over hun eigen lot te beschikken en leidde tot de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee ontwikkelingen zijn cruciaal voor de ontwikkeling van internationaal recht sinds de Tweede Wereldoorlog?

A

De toename van bovennationale organisaties (zoals de EU en VN) en de groeiende macht van niet-statelijke instituten (zoals private ondernemingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat regelt internationaal publiekrecht?

A

Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap, kent bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen en biedt een juridisch kader voor deze bevoegdheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen volkenrecht en internationaal publiekrecht?

A

Volkenrecht komt uit het Romeinse Rijk en was voor alle burgers. Internationaal publiekrecht richt zich op de veelzijdigheid van internationale rechtsbetrekkingen en gaat niet direct over volkeren, maar over staten en andere entiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt het internationale karakter van een rechtsregel bepaald?

A

Het internationale karakter van een rechtsregel wordt bepaald door de rechtsbron waarin de regel zijn oorsprong vindt, zoals gewoonterecht, verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen dualisme en monisme in internationaal recht?

A

Dualisme beschouwt internationaal recht en nationaal recht als gescheiden systemen, waarbij internationaal recht ondergeschikt is aan de nationale soevereiniteit. Monisme ziet internationaal en nationaal recht als één rechtsorde, waarbij internationaal recht de macht van de staat beperkt en de rechten van individuen beschermt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn drie kanttekeningen bij de formele scheiding tussen internationaal en nationaal recht?

A
  1. Modern internationaal recht heeft betrekking op de rechtspositie van natuurlijke personen, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten.
  2. Internationaal recht is steeds meer van toepassing op onderwerpen die ook nationaal recht reguleren (bijv. veiligheid, strafrecht, mensenrechten, milieubescherming).
  3. Staten hebben hun nationale rechtsorde opengesteld voor internationaal recht, waardoor beide rechtsordes meer verweven raken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat onderscheidt internationaal publiekrecht van internationaal privaatrecht?

A

Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag en beschermt publieke belangen (zoals veiligheid en milieu), terwijl internationaal privaatrecht betrekking heeft op de rechtsverhoudingen tussen particulieren over grenzen heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt het onderscheid tussen juridische regels en politieke/morele regels gemaakt in internationaal recht?

A

Het onderscheid wordt gemaakt op basis van:

  1. Rechtsbronnen: Alleen normen die uit vastgestelde rechtsbronnen voortvloeien behoren tot internationaal publiekrecht.
  2. Rechtsregels: Ze maken deel uit van een systeem dat de schending van een norm verbindt met een sanctie, ongeacht of middelen voor handhaving aanwezig zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het publieke gezag in internationaal recht?

A

Het publieke gezag in internationaal recht wordt vooral uitgeoefend door staten, die lid zijn van de internationale gemeenschap. Er is geen centraal gezag, maar samenwerking kan leiden tot organisaties zoals de EU of de Afrikaanse Unie die centraal gezag uitoefenen over bepaalde onderwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen algemeen en bijzonder internationaal recht?

A

Algemeen internationaal recht bevat beginselen die van toepassing zijn op alle deelgebieden van internationaal recht, zoals goede trouw en naleving van verdragen. Bijzonder internationaal recht bestaat uit verdragen tussen staten over specifieke onderwerpen, zoals internationaal strafrecht en milieu recht, en kan veranderen of tenietgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rol van EU-recht in internationaal publiekrecht?

A

EU-recht is een onderdeel van internationaal publiekrecht, maar het heeft zich ontwikkeld tot een eigen rechtsorde met zijn eigen rechtsprekende organen en handhaving, wat het meer doet lijken op een nationale rechtsorde dan een internationale.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het meest gezaghebbende document voor de rechtsbronnen van internationaal recht?

A

Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof (IGH) is het meest gezaghebbend, omdat het IGH het hoogste rechterlijke orgaan van de VN is en brede bevoegdheden heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke rechtsbronnen noemt artikel 38 Statuut van het Internationaal Gerechtshof?

A

Artikel 38 noemt de volgende rechtsbronnen:

  1. Internationale verdragen
  2. Internationale gewoonte (gewoonterecht)
  3. Algemene rechtsbeginselen
  4. Rechterlijke beslissingen en opvattingen van schrijvers als hulpmiddelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het verschil tussen internationaal recht en nationaal recht qua gezag?

A

Soevereiniteit en het decentrale karakter van internationaal recht betekenen dat staten niet gebonden kunnen worden aan internationaal recht zonder hun instemming, behalve in gevallen van gewoonterecht, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de definitie van gewoonterecht in internationaal recht?

A

Gewoonterecht is een opeenvolging van gedragingen van staten die actief deelnemen aan of deze dulden, zodat het kan worden vertrouwd dat ze zich in de toekomst in overeenstemming met die praktijk zullen gedragen.

21
Q

Wat is het verschil tussen een materiële en formele gewoonterechtsnorm?

A

Materiële gewoonterechtsnorm: Een regel die direct verband houdt met de inhoud van de praktijk, zoals het verbod op geweld.
Formele gewoonterechtsnorm: Een regel die betrekking heeft op de procedure of structuur, zoals delen van het verdragenrecht en aansprakelijkheidsrecht.

22
Q

Welke voorwaarden zijn er voor de totstandkoming van gewoonterecht?

A

Twee voorwaarden:

  1. Objectieve voorwaarde: Er moet sprake zijn van een algemene praktijk die consistent en vrijwel uniform is.
  2. Subjectieve voorwaarde: Er moet sprake zijn van een rechtsovertuiging (opinio juris).
23
Q

Hoe wordt het begrip ‘uniformiteit’ toegepast bij de totstandkoming van gewoonterecht?

A

Uniformiteit betekent dat de praktijk van staten consistent moet zijn in vergelijkbare omstandigheden, maar het hoeft niet volledig identiek te zijn. Kleine afwijkingen worden vaak geduld zolang de algemene praktijk consistent is.

24
Q

Wat is de rol van rechtsovertuiging (opinio juris) in de totstandkoming van gewoonterecht?

A

Rechtsovertuiging is essentieel voor het ontstaan van gewoonterecht, omdat staten de overtuiging moeten hebben dat een bepaalde praktijk juridisch verplicht is, niet vanwege politieke of economische redenen.

25
Hoe kan rechtsovertuiging worden vastgesteld?
Rechtsovertuiging kan worden afgeleid uit: 1. Uitdrukkelijke verklaringen van staten over hun juridische overtuigingen. 2. Besluiten van internationale organisaties als aanwijzing voor rechtsovertuiging. 3. Afwezigheid van protesten tegen een bepaalde praktijk kan impliceren dat staten het als juridisch verplicht beschouwen.
26
Wat gebeurt er als er afwijkende praktijken bestaan bij het vormen van gewoonterecht?
Afwijkende praktijken leiden niet automatisch tot de wijziging van de regel, zolang de regel nog wordt ondersteund door rechtsovertuiging. Afwijkingen worden vaak gezien als schendingen van de bestaande regel, niet als erkenning van een nieuwe regel.
27
Waarom kan gewoonterecht niet altijd universeel van toepassing zijn?
Gewoonterecht kan niet universeel van toepassing zijn in de volgende gevallen: 1. Regionaal gewoonterecht (gevolgd door een specifieke regio). 2. Persistent objectors (staten die zich verzetten tegen de regel). 3. Bilaterale rechtsbetrekkingen (regelingen tussen staten waarvan de inhoud onzeker is bij de vorming van gewoonterecht).
28
Wat wordt bedoeld met een 'persistent objector'?
'Persistent objector' is een staat die consequent aangeeft dat hij een specifieke regel van gewoonterecht niet aanvaardt, zelfs terwijl de regel zich ontwikkelt.
29
Wat wordt bedoeld met 'kenbaarheid' van gewoonterecht?
'Kenbaarheid' is moeilijk vast te stellen als er geen gezaghebbende uitspraak is van het IGH. Vaak wordt er dan gekeken naar experts, nationale rechters of uitspraken van de International Law Commission (ILC).
30
Wat is een verdrag in de context van internationaal recht?
Een verdrag is een overeenkomst die volgens internationaal recht verbindend is tussen de partijen en beheerst wordt door internationaal publiekrecht. Het kan zowel schriftelijk als mondeling zijn.
31
Waarom heeft verdragenrecht vaak de voorkeur boven gewoonterecht?
Verdragenrecht heeft de voorkeur boven gewoonterecht om drie redenen: 1. Verdragen komen sneller tot stand. 2. Staten hebben meer invloed op de inhoud. 3. Verdragen kunnen gedetailleerdere wederzijdse rechten en plichten formuleren.
32
Wat is de belangrijkste rechtsbron voor verdragenrecht?
Het Verdrag inzake het Verdragenrecht van 1969 (WVV), ook wel het Weens Verdragenverdrag genoemd, is de belangrijkste rechtsbron voor verdragenrecht.
33
Wat is de basis van de juridische binding van een verdrag?
De binding van een verdrag komt voort uit de wilsovereenstemming tussen twee of meer staten om een rechtspositie te creëren die wordt beheerst door internationaal recht.
34
Kan een staat zijn wil met betrekking tot een verdrag wijzigen?
Ja, een staat kan zijn wil wijzigen, maar dit betekent niet automatisch dat het verdrag wordt beëindigd, vanwege het beginsel van pacta sunt servanda (verdragen moeten gerespecteerd worden).
35
Hoe kan een verdrag invloed hebben op staten die geen partij zijn bij het verdrag?
In sommige gevallen kunnen verdragen een rechtspositie vaststellen die relevant is voor andere staten, zoals wanneer de grenzen van een derde staat worden beïnvloed door een verdrag tussen twee staten.
36
Wat gebeurt er bij een samenloop tussen verdragenrecht en gewoonterecht?
Samenloop tussen verdragenrecht en gewoonterecht betekent dat staten die geen partij zijn bij een verdrag alsnog gebonden kunnen zijn aan een gewoonterechtelijke regel. Internationale tribunalen kunnen een verdragsregel aanvullen met een gewoonterechtelijke regel.
37
Wat zijn besluiten van internationale organisaties en wat is hun werking?
Besluiten van internationale organisaties zijn vaak de efficiëntste manier om regels tot stand te brengen, maar hebben meestal alleen werking binnen de rechtsorde van de organisatie. Niet-bindende besluiten worden vaak aangeduid als aanbevelingen en kunnen relevant zijn voor de vorming van gewoonterecht.
38
Hoe wordt de procedure voor besluitvorming binnen internationale organisaties geregeld?
De procedure voor besluitvorming binnen internationale organisaties is vastgelegd in oprichtingsverdragen en kan op drie manieren plaatsvinden: 1. Unanimiteit: Instemming van alle leden vereist. 2. Consensus: Alle leden kunnen zich met het besluit verenigen, zonder expliciete instemming. 3. Meerderheid van stemmen: Bij een simpele of gekwalificeerde meerderheid.
39
Wat is een opt-out-procedure binnen internationale organisaties?
Bij een opt-out-procedure geldt een besluit voor alle leden van de organisatie, tenzij een staat formeel bezwaar maakt. In dat geval geldt het besluit niet voor die staat.
40
Wat zijn de vier typen algemene rechtsbeginselen in internationaal recht?
1. Beginselen inherent aan het concept recht (zoals goede trouw, billijkheid, en aansprakelijkheid bij schending). 2. Algemene concepties van rechtvaardigheid of menselijkheid (zoals menselijke waardigheid in internationaal strafrecht). 3. Beginselen gemeenschappelijk aan nationale rechtssystemen. 4. Algemene beginselen van internationaal recht (overlap met gewoonterecht).
41
Wat is de rol van algemene rechtsbeginselen in internationaal recht?
Algemene rechtsbeginselen worden meestal toegepast om lacunes in het toepasselijke recht op te vullen.
42
Wat houdt het beginsel van billijkheid in?
Billijkheid houdt in dat bij de toepassing van algemene regels in concrete gevallen rechtvaardigheid en redelijkheid moeten worden betracht, bijvoorbeeld door een uitkomst te matigen die voor beide partijen te nadelig zou zijn.
43
Wat zijn de zes typen eenzijdige handelingen in internationaal recht?
1. Feitelijke handelingen 2. Berusting (acquiescence) 3. Erkenning (recognition) 4. Protest 5. Eenzijdige toezegging 6. Estoppel
44
Wat houdt de eenzijdige handeling estoppel in?
Estoppel betekent dat een staat niet terugkomt op een verrichte (rechts)handeling of het nalaten van een rechtshandeling, waardoor een andere staat erop vertrouwt. Dit voorkomt dat staten hun eerdere acties of inacties negeren.
45
Wat is de betekenis van rechterlijke uitspraken in internationaal recht?
Rechterlijke uitspraken zijn geen bron van algemeen internationaal recht, maar ze kunnen wel het recht verduidelijken en dienen als hulpmiddel voor het bepalen van rechtsregels. Tribunalen volgen vaak eerdere uitspraken, en staten houden zich doorgaans aan beslissingen van tribunalen.
46
Wat is soft law in internationaal recht?
Soft law betreft niet-bindende regels, zoals memoranda van overeenstemming, slotdocumenten van internationale conferenties en niet-bindende resoluties van internationale organisaties.
47
Wat is de regel bij samenloop van verschillende rechtsnormen in internationaal recht?
Zolang er geen conflicten zijn, kunnen rechtsnormen gezamenlijk worden toegepast. Er is geen hiërarchie, maar in geval van conflict geldt: 1. De latere regel heeft voorrang (lex posteriori). 2. De bijzondere regel gaat voor de algemene regel (lex specialis derogat legi generali). 3. Regels van jus cogens (dwingend recht) hebben voorrang boven alle andere regels (bijv. verbod op agressie, volkerenmoord, foltering).
48
Wat zijn jus cogens regels?
Jus cogens zijn regels van dwingend recht die boven andere regels van internationaal recht staan, zoals het verbod op agressie, volkerenmoord en foltering.
49
Wat is de rol van nationaal recht in de internationale rechtsorde?
Nationaal recht heeft meestal geen directe invloed op de internationale rechtsorde, maar kan indirect invloed uitoefenen door: 1. Verwijzingen naar nationaal recht in internationaal recht (bijv. EVRM). 2. Tribunalen die bij lacunes in internationaal recht naar nationaal recht kunnen kijken (bijv. IGH in de Barcelona Traction-zaak). 3. Het opvullen van lacunes in de internationale rechtsorde wanneer internationaal recht bepaalde onderwerpen niet regelt.