Week 1: Ideologie en natievorming Flashcards

1
Q

Congres van Wenen 1814-1815

A

Een bijeenkomst van de Quadruple alliance en Frankrijk om tot een vredesregeling te komen na de val van Napoleontisch Frankrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Conservatisme

A

Politieke stroming die de nadruk legt op het behoud van traditionele waarden en instituties, inclusief erfelijke monarchie en een sterke landbezittende aristocratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Liberalisme

A

een filosofie waarvan de belangrijkste ideeën gelijkheid en vrijheid waren: liberalen eisten een representatieve regering, gelijkheid voor de wet en individuele vrijheden als vrijheid van pers, meningsuiting, vergadering en vrijheid van willekeurige arrestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Conservatieve aristocratische monarchieën die de quadruple alliance vormen:

A

Rusland, Pruisen, Oostenrijk en Groot-Brittannië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Holy Alliance

A

Alliantie tussen Rusland, Pruisen en Oostenrijk. Had als doel de nieuwe revolutionaire bewegingen de kop in te drukken. Zagen de revoluties in Amerika en Frankrijk als de oorzaak voor jaren aan oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klemens von Metternich (1773-1859)

A

Minister van BUZA in Oostenrijk, sterke tegenstander van liberalisme en nationalisme, belangrijke oprichter van de Holy Alliance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Modernisatie

A

Veranderingen binnen een natie die ervoor zorgen dat deze effectief kunnen concurreren met andere landen in een bepaalde tijdsperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Otto von Bismarck (1815-1898)

A

Staatshoofd van herenigd Duitsland, trok de macht naar zich toe om te kunnen regeren zonder goedkeuring van het parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Economische modernisatie Rusland vanaf 1880

A

Economische groei mede mogelijk door: aanleg spoor, meer export landbouwproducten en verdere industrialisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oktober manifest (1905)

A

Het resultaat van een grote staking in Rusland, verleende volledige burgerrechten en beloofde een door het volk gekozen parlement (Duma) met echte wetgevende macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dreyus-Affaire (1894)

A

een zaak die verdeeldheid zaaide waarin Alfred Dreyus, een joodse kapitein in het Franse leger, vals schuldig werd bevonden van verraad. De Katholieke Kerk koos de kant van de antisemieten. Nadat Dreyus onschuldig werd verklaard, verbrak de Franse overheid alle banden tussen staat en kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zionisme

A

een politieke beweging die streeft naar politieke emancipatie en natie van het Joodse volk, gestart door Theodor Herzl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Revisionisme

A

een poging van verschillende socialisten om de marxistische doctrines bij te werken zodat ze de bij de huidige tijd paste (1850-1932)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly