Week 1 HC.2/3 Flashcards
kauwen 3 functies
- vermaalt voedsel tot kleinere brokken
- groter voedsel oppervlak
- voedsel gemengd met speeksel en enzymen
maag uit 4 delen
cardia = waar oesophagus op aansluit
corpus = kneedt voedsel en voegt maagsappen toe
fundus = opslagplaats verteerd voedsel
pars pylorica = wachtkamer voedsel voordat het naar duodenum gaan via pylorus
verschil jejunum en ileum
jejunum ileum
-vasa recta arcades
- minder vet meer vet
- grote diameter kleine diameter
- sterk geplooide wand gladdere wand
- donker van kleur lichter van kleur
intraperitoneaal
maag, ileum, jejunum, colon transversum, colon sigmoideum, lever, milt, staart pancreas
(secundair) retroperitoneaal
duodenum, colon ascendens, colon descendens, pancreas, nieren
subperitoneaal
rectum, blaas, baarmoeder, eierstokken, prostaat
bursa omentalis
craniaal lever
caudaal colon transversum
ventraal maag
dorsaal pancreas
links linker nier en bijnier
rechts foramen van Winslow/foramen omentalis/foramen epiploicum