week 1 Flashcards
arteria pulmonaris
long slagader, vervoerd zuurstofarm bloed
venae pulmonaris
long ader, vervoerd zuurstofrijk bloed
pharynx
keelholte
larynx
strottenhoofd
epiglottes
stottenklepje
trechea
luchtpijp
bronchien
luchtwegvertakkingen
alveoli
longblaasjes, hier vind difusie plaats
inspiratiemusculatuur
Diafragma 75% van de normale ademhalingsbeweging - Intercostalis externi 25% van de normale ademhalingsbeweging zorgen voor heffen ribben. - Hulpademhalingsspieren Zorgen ervoor dat de torax nog verder geheven wordt. Scalenus Sternocleidomastoideus Pectoralis major/ minor - Serratus anterior
expiratiemusculatuur
- Normale uitademing is een passief proces
- Door ontspanning van diafragma en intercostalis externi.
- Hulpademshalingsspieren zorgen voor nog meer verkleinen van de longen.
Intercostalisinterni
Depressie van de ribben
Buikspieren
Duwem diafragma omhoog
anatomische dode ruimte
de structuren waar geleiding van zuurstof plaatsvind zonder diffusie
Fysiologische dode ruimte
De anatomische dode ruimte + de alveoli zonder diffusie (alveolaire dode ruimte) = fysiologisch
dode ruimte. Deze ruimte is dynamisch want als je gaat bewegen/sporten neemt de bloeddruk toe
en gaan er alveoli mee doen dus verkleint deze ruimte
spirometrie
een medisch onderzoek dat de functie van de longen meet. Doormiddel van de FEV1 de geforceerde vitale capaciteit.
spirogram
een onderzoek op grond waarvan kan worden vastgesteld hoeveel lcuht u kunt uitblazen en met
welke snelheid.
pleura visceralis
Longvlies Pleura pulmonalis, wil altijd kleiner worden
pleura parietalis
borstvlies wil zich altijd uitrekken
interpleurale druk
tussen de twee vliezen zit een druk en er zit vocht tussen waardoor ze tegen elkaar aangeplakt blijven.
pneumothorax
klaplong. Door een gat in een van de pleura ontstaat er een drukverlies en trekt de plaura
visceralis/pulmonalis samen en ook de long.
Ventilatie
Verversen van lucht in de luchtwegen en longen
Diffusie
Uitwisseling van gassen zuurstof moet naar het bloed en CO2 uit de longen
Perfusie
De mate van doorstroming van bloed langs een orgaan in dit geval, de longen
cilia
trilhaartjes in de trachea, deze brengen via slijm de bacterien en stofdeeltjes omhoog richting de keelholte.
Ademminuutvolume (AMV)
de hoeveelheid zuurstof die je per minuut ververst/venitleerd
Teugvolume (TV)
Bij normale ademhaling
Inspiratoir reserve volume (IRV)
Na normale inademing, maximale inademhaling bovenop de TV.
Expiratoir reserve volume (ERV)
Na normale uitademing, maximale uitademhaling.
Restvolume (RV)
Na maximale uitademing blijft over in de luchtwegen.
RV + ERV
functionele reserve capaciteit.
TV + IRV + ERV
TV + IRV + ERV = vitale capaciteit VC, het maximaal in en uitademen
Inspiratoire capaciteit
TV + IRV volledige inademing
Totale longcapaciteit
RV + ERV + TV + IRV max in en uit + rest
Vitale capaciteit
ERV + TV + IRV max in en uit
Functionele residuele capaciteit
RV + ERV max uit.