week 1 Flashcards
1
Q
briesje
A
zacht, fris windje
2
Q
windhoos
A
een wind die snel ronddraait, en die heel sterk is waardoor hij alles meesleurt.
3
Q
orkaan
A
een hele harde storm
4
Q
staal
A
een mengsel van ijzer met een beetje koolstof
5
Q
platina
A
een duur metaal met de kleur als zilver
6
Q
aluminium
A
een licht, zilverkleurig metaal
7
Q
zink
A
een blauwachtig, zacht metaal
8
Q
welgeteld
A
nadat je het precies hebt geteld
9
Q
verzegeld gaan met
A
samen gaan met
10
Q
bedaard
A
rustig
11
Q
gebiologeerd
A
als ja ergens zo voor geboeid bent dat je nergens meer op let