Week 1

Question 1

Commissie tegen Italie

Answer 1

RV: hoe dient vastgesteld te worden of een bepaalde heffing gelijke werking heeft als douanerecht?

RR: het Hof interpreteert “heffing van gelijke werking” zeer breed, “iedere heffing die handel tussen lidstaten potentieel kunnen belemmeren”. Er geldt een bijna totaalverbod op douanerechten en heffingen van gelijke werking, zonder rechtvaardigingsgronden.

Question 2

Bauhaus tegen Nederland

Answer 2

RV: zijn de heffingen ter zake van controles die krachtens Europese regelgeving verplicht zijn, te beschouwen als heffingen van gelijke werking als uitvoerrechten

RR: indien Europese regelgeving lidstaten verplicht om bepaalde controles uit te voeren, zijn de lidstaten gerechtigd om de reële kosten van de door de Europese wetgeving opgelegde heffingen voor keuringen te verhalen op exporteurs en importeurs

Bauhaus-exceptie:
- moet gaan om een uniforme toepassing van een regel van Unierecht
- de vergoeding mag alleen kostendekkend zijn. Als er meer wordt gevraagd, gaat de gehele exceptie niet op

Question 3

Commissie tegen Luxemburg

Answer 3

RV: kunnen de magazijnrechten in casu worden aangemerkt als heffingen van gelijke werking als douanerechten

De magazijnrechten van de Luxemburgse autoriteiten zijn heffingen van gelijke werking als douanerechten en schenden dus artikelen 9 en 12 EG (oud)

Question 4

Case c / Haahr Petroleum

Answer 4

het Hof bevestigde dat een belastingstelsel slechts kan worden geacht verenigbaar te zijn met art. 30 VWEU, indien vaststaat dat het zodanig is ingericht dat het in alle gevallen is uitgesloten dat ingevoerde producten zwaarder worden belast dan binnenlandse producten

Question 5

Case c / Outokumpu

Answer 5

RV: is een accijns dat verschillend wordt belast naar het gelang van het productieproces verenigbaar met art. 110 VWEU en/of 30 VWEU?

RR: art. 110 en 30 VWEU sluiten elkaar uit. Iets is ofwel een heffing van gelijke werking, of een discriminerende belasting. Een heffing valt niet onder art. 30 VWEU als deze deel uitmaakt van een algemeen stelsel van binnenlandse producten. Praktische overwegingen volstaan niet als rechtvaardigingsgrond voor een discriminerende maatregel