Week 1 Flashcards
Belastingheffing Romeinse tijd.
Belastingen waren heffingen die in noodtijden werden opgelegd aan boeren en burgers. Draagkrachtbeginsel werd geïntroduceerd.
Belastingheffing Middeleeuwen
Geestenlijken en adel genoten volledige vrijstelling van belastingheffing. De belastinglast drukte volledig op de schouders van de laagste klassen. Er werd accijns ingesteld op noodzakelijke levensbehoeften.
Belastingheffing Spaanse overheersing
Hertog Alva:
De honderdste penning: een eenmalige afdracht van 1% belasting over alle roerende en onroerende bezittingen.
De twintigste penning: een soort omzetbelasting van 5% op de verkoopprijs van onroerende zaken zoals huizen.
De tiende penning: een soort omzetbelasting van 10% op de verkoopprijs van roerende zaken.
Leidde tot veel verzet, resulteerde in de tachtigjarige oorlog.
Belastingheffing Gouden eeuw
Er ontstonden de eerste algemene belastingen, de convooien en licenten, en soort in- en uitvoerrechten.
Belastingheffing Franse bezetting
Het eerste algemene belastingstelsel ingevoerd naar ontwerp van Gogel.
Belastingheffing verenigd koninkrijk der Nederlanden
indirecte belastingen verdwijnen en directe belastingen worden uitgebreid. Nederland ging belasten op basis van inkomst, winst en vermogen.
Budgettaire functie belastingen
het creëren van een budget voor collectieve uitgaven van de overheid
Instrumentele functie belastingen
het bereiken van een bepaald sociaal of economisch doel. Mogen alleen ingezet worden als dit effectief en doelmatig gebeurt
Principiele grens instrumentele functie belasting
de maatregel mag geen inbreuk maken op rechtsbeginselen zoals het gelijkheidsbeginsel en het draagkrachtbeginsel, en moet een overtuigende motivering krijgen.
Praktische grens instrumentele functie belastingen
de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de maatregel moeten in acht worden genomen.
Waarborgfunctie belastingen
Belastingen worden ingezet om een bepaald sociaal of economisch doel te bereiken.
Fiscale legaliteitsbeginsel
belastingen slechts mogen worden geheven uit kracht van een voorgaande wet.
Gelijkheidsbeginsel
gelijke gevallen moet op gelijke manier worden belast.
Profijtbeginsel
belastingen zijn verschuldigd omdat je baat hebt bij of verondersteld wordt baat te hebben bij, de voorzieningen die de overheid biedt.
Draagkrachtbeginsel
individuen dragen naar hun vermogen bij aan de collectievelastendruk. ‘ability to pay’
Het belastbaar inkomen uit werk en woning
Inkomen uit werk en woning – de te verrekenen verliezen uit werk en woning. Art. 3.1 lid 1 Wet IB 2001
Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
is het inkomen dat wordt behaald met een aandelenbelang van minimaal 5% in een BV of NV. Art 2.12 Wet IB 2001.
effectieve rendementspercentage
is het rendement gedeeld door de rendementsgrondslag. Art 5.2. lid 2 Wet IB 2001
Kerstarrest
overgaan op belastingheffing op basis van werkelijke rendementen, hierdoor val een vermogenswinstbelasting of vermogensaanwasbelasting onvermijdelijk zijn.
Rangorderegeling
Bij een positief of negatief voordeel dat onder meerdere wettelijke bepalingen kan vallen, wordt het in aanmerking genomen bij de bepaling die als eerste wordt genoemd in de wet. Art. 2.14 lid 1 Wet IB 2001.