week 1 Flashcards

1
Q

wat zijn alarmsymptomen van dyspnoe?

A

hemoptoe
cyanose
gebruik van hulpademhalingsspieren
afwezig ademgeruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 4 soorten van dyspnoe zijn er?

A
  1. luchthonger
  2. gevoel van ademarbeid
  3. strak gevoel op borst
  4. stuwing in longcapillairen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn symptomen van linkszijfdig hartfalen?

A

orthopneu, basaal bdz crepiteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn symptomen van rechtszijdig hartfalen?

A

pleuravocht, pitting oedeem enkels, verhoogd cvd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de fantastic four medicatie van hartfalen?

A
  1. beta blokker
  2. arni
  3. mra
  4. sglt2 remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke medicatie wordt gegeven bij atriumfibrilleren?

A

b blokker of calciumantagonist en als 2e keus digoxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke af bij welke leeftijd?

A

<1yr=20-40
1-2 yr=20-35
2-8 yr=20-30
8-12 yr=15-25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 7 cognities van de mens?

A

kennis
bewustzijn
attitude
sociale norm
motivatie
intentie
eigen effectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

niveau van omgevingsfactoren

A

interpersoonlijk
organisatie
lokaal
hoger niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly