Week 1 Flashcards

1
Q

A

Sommatie-operator: bereken de som.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eigenschappen sommatie-operator

A
  • Additiviteit
  • Homogeniteit
  • Uitbreiding
  • Constante term
  • Telescopisch
    Regels in samenvatting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

∑∑

A

Dubbele sommatie: de som van de som.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

A

Product-operator: bereken het product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eigenschappen product-operator

A
  • Uitbreiding
  • Constante term
    Regels in samenvatting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

S

A

Een verzameling: een set; collectie van objecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

A

Is een element van…
Gebruikt met verzamelingen.
e_1,e_2,e_3,… ∈S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

A

Lege verzameling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

N (dubbel lijn)

A

Oneindige verzameling van alle natuurlijke getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Z (dubbel lijn)

A

Verzameling van alle gehele getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

R (dubbel lijn)

A

Verzameling reële getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

( , )

A

Open interval. Groter/kleiner dan…
Deze wordt ook altijd gebruikt bij oneindig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

[ , ]

A

Gesloten interval. Groter/kleiner of gelijk aan als…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

≺x∈B|A≻

A

Verzameling van alle x in set B die voldoen aan voorwaarde A.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A

Vereniging bij twee verzamelingen: alles telt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

A

Doorsnede bij twee verzamelingen: de overeenkomsten tellen.

17
Q

A

Verschil bij twee verzamelingen.

18
Q

×

A

Cartesiaanse product bij twee verzamelingen: product van elkaar.

19
Q

A

Deelverzameling

20
Q

Domein

A

Functies hebben een domein, deze kan beperkt zijn.

21
Q

Bereik

A

De verzameling functiewaardes van een functie.

22
Q

Typen functies

A
  • Continue functies: zonder sprongen.
  • Gladde functies: zonder sprongen en knikken.